FERDINAND EUGÈNE DE MALEINGREAU D'HEMBISE legerkapitein, grondbezitter, achtste burgemeester van Sint-Kruis (1896-1921), baron
Sint-Kruis 27 juni 1855 - 3 oktober 1923
Baron Ferdinand Eugène Antoine Walerand de Maleingreau is de oudste van de vier kinderen van baron Emile de Maleingreau d'Hembise (Brussel, 1829 - Sint-Kruis, 1905) en van Leonie de Peellaert (Brussel 1832 – Sint-Kruis 1919). Hij brengt zijn jeugd dus door op en rond het kasteel Puienbroek waar ze wonen en het kasteel de Vijvers waar zijn grootouders van moeders kant wonen. Zijn broer heet Georges (°1858) en zijn zussen Bertha (°1857) en Emilie (°1868). (1)
Baron Ferdinand trouwt op 1 augustus 1891 met Eva Groverman (Gent, 1868 - Pietra Ligure, Italië, 1926). Het huwelijksfeest gaat door in de kerk van Sint-Kruis en in het kasteel Puienbroek en het kasteel Des Ronces in Gentbrugge. Het koppel gaat wonen in het landhuis Nieuwenhove langs de Legeweg in Sint-Kruis, dat ze huren aan de familie Daufresne de la Chevalerie. Ferdinand is legerkapitein en grondbezitter.
Ze krijgen vijf kinderen: Agnes-Marie (°21/08/1893) die in het kasteel Nieuwenhove overlijdt op 11/11/1913; Jean-Octave (°11/09/1895, † Estcourt Natal, Zuid Afrika 1984), Charles Adrien (°4/11/1898, †1974); Marthe Marie (°1/5/1897, † 1986) en tenslotte Marc Anatole (°27/09/1902) die als student samen met zijn moeder Eva Groverman zal omkomen bij een auto-ongeval in Italië op 6 januari 1926. Marthe huwt met de Brugse advocaat Jacques Van de Walle. Zoon Charles Adrien de Maleingreau huwt in 1918 met Irène Wivine Van de Velde. Hij is de enige die zijn ouders kleinkinderen zal geven.
►
Marc Anatole, de jongste zoon van Ferdinand, kwam samen met zijn moeder Eva Groverman om in Pietra Ligure (Italië) bij een verkeersongeval op 6 januari 1926. Hij was nog student landbouwkunde. Deze kaarsenobiit van zwart geschilderd karton, met daarop het (accolade)wapenschild van de familie de Maleingreau d'Hembise, hing aan één van de rouwkandelaars naast de kist. Het familiewapenschild is als volgt opgebouwd: in keel een keper van zilver, het schildhoofd van zilver met een gaande leeuw van keel. Het schild wordt getopt door een baronnenmuts. In de hoeken vormen de cijfers het jaartal 1926. Hoogte 34.5 cm, breedte 28.7 cm, diepte 0.2 cm (Kerkfabriek Heilig-Kruisverheffing en Sint-Jozef Sint-Kruis, object PWV.0710.0106)
Burgemeester de Maleingreau
In 1896 volgt Ferdinand de Maleingreau de overleden graaf Gustave Visart de Bocarmé op als burgemeester. Zijn mandaat wordt enkele keren verlengd. Hij is al achttien jaar burgemeester als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Volgens een attest van 5 november 1914 verlieten noch de burgemeester, noch de andere hoogwaardigheidsbekleders hun gemeente bij het naderen van de Duitse troepen. (2) Het gemeentebestuur krijgt van de bezetter ambetante opdrachten. Eén ervan is het opstellen van lijsten met beschikbare arbeiders die kunnen worden opgeëist voor gedwongen arbeid. Zij moeten zich om de twee weken komen aanmelden in Brugge. Wanneer een gemeente zo’n lijst niet indient, zal de burgemeester gearresteerd worden. Dient hij wel zo’n lijst in, dan kreeg hij gegarandeerd Sint-Kruizenaars tegen zich. Daar wil de burgemeester zich niet aan verbranden. Daarom dient hij op 9 december 1916 zijn ontslag in. Twee andere redenen die hij vermeldt zijn gezondheidsredenen en de precaire toestand van de gemeentekas. Daardoor blijft de burgemeestersstoel leeg. Tweede schepen Karel van Robays wordt als Chinese vrijwilliger aangeduid als dienstdoende burgemeester omdat de eerste schepen, Leopold Hoste, pas was overleden en nog niet was vervangen. Van Robays blijft dienstdoend burgemeester tot het einde van het mandaat van de Maleingreau. Na de eerste gemeenteraadsverkiezingen die op de oorlog volgen, april 1921, wordt de Maleingreau opgevolgd door Karel Casteleyn.
Ferdinands zoon, baron Jean Octave de Maleingreau d”Hembise, vertoont ook politieke ambities. Hij komt op de lijst van Casteleyn op voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1932. Hij is dan 37 jaar. De partij komt in de oppositie terecht en hij wordt verkozen tot raadslid. Dit herhaalt zich na de verkiezingen van 1938. Tweemaal misloopt hij dus de kans om schepen en misschien zelfs burgemeester te worden zoals zijn vader. (2)
Sociaal leven
In 1896 wordt Ferdinand lid van de schuttersgilde Vrije Archiers van Maria Theresia (nu ‘van Mynhere Sint-Sebastiaan van Sint-Kruis-bij-Brugge’ genoemd). Hij wordt er ook stadhouder van in 1899 en 1900.
Op 27 oktober 1900 komt de burgemeester in de krant wegens een bizar gebeuren. Hij stapte op een zondagavond naar huis. Plots overvielen twee ‘zwart gemaakt’ mannen hem. Ze duwden hem op de grond, maar hij kon zich losrukken. Ze bedreigden hem met hun messen. De Maleingreau haalde zijn revolver boven en schoot. De aanranders zetten het op een lopen, maar hij schoot nogmaals. Bij dat tweede schot hoorde hij een kreet bij één van de bandieten. Men heeft nadien geen spoor van hen gevonden. (3).
Grondeigenaar en oud-burgemeester baron Ferdinand de Maleingreau-d’Hembise overlijdt op 3 oktober 1923 in Male huis C7, dat is het kasteel Puienbroek waar hij als kind verbleef. Zijn ouders waren er reeds overleden en het kasteel was geërfd door zijn broer Jean. Ook zijn vrouw Leonie de Peellaert en hun zoon Marc, nog student, verhuizen naar Puienbroek.
Broer Jean is een nijveraar die samen met zijn andere broer Charles in Belgisch Congo een plantage runt. Moeder en zoon overlijden zoals hoger gezegd bij een aanrijding met een trein in Italië in 1926.
Eric Colenbier, juli 2023
(1) Belangrijkste bron voor deze biografie is Dries van den Abeele, ‘De twaalf burgemeesters van Sint-Kruis’ in Brugs Ommeland, 2011/4, p. 195-217). Zijn bronnen zijn o.a. R. COPPIETERS “T WALLANT, Notices généalogiques et historiques sur quelques families brugeoises, Brugge, 1942; Alfons DEWITTE, a. w. ; Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse beige, Annuaire 1993, Brussel, 1993.
(2) Declercq Pol (2006). Sint-Kruis in den Grooten Oorlog, uitgave van Werkgroep Geschiedenis Sint-Kruis, p. 36 en De Visch Lieven (2005), De politieke en infrastructurele ontwikkeling van de gemeente Sint-Kruis tot de fusie. Ongepubliceerde eindverhandeling, zie evenwel via deze link.
(3) Yvette Kemel (2000), ‘Sint-Kruis in de pers (1899-1901)’ in Sint-Kruis omstreeks 1900, een uitgave van Werkgroep Geschiedenis Sint-Kruis. p. 9.