JULIEN SCHAEVERBEKE   kunstschilder

16 januari 1896 - 30 december 1984


Julien is de zoon van Gustave Schaeverbeke (Brugge, 10 juni 1869 – Sint-Kruis 13 september 1932) die uit een familie van jeneverstokers komt. Gustave hield in de Langestraat 92 een drankhuis waar uitsluitend jenever en wijn werden verkocht. Juliens moeder heette Philomène Morbee (Brugge 21 januari 1870 – 18 juni 1953). Julien had vier broers en een zus. Vader Gustave was een fervente duivenmelker en lid van de 'Maatschappij De Onafhankelijken van Sint-Kruis'. Julien volgde hem daarin en werd er zelfs voorzitter van.

Johan Weyts schrijft: “Als jongen reeds liep hij met potlood en papier langs de Brugse reien om te tekenen en te schetsen en om de schoonheid van zijn stad vast te leggen. Hoe groot was zijn vreugde wanneer hij als eenvoudige knaap naar aanleiding van een verjaardag of een feestdag enkele kleurpotloden ten geschenke kreeg van moeder, die reeds vroeg moet ingezien hebben dat haar kleine Julien artistiek begaafd was.”

 

◄  Portret dat op zijn rouwprentje prijkt, geschilderd in 1978.

 

Toch moedigen zijn ouders hem niet aan om een artistieke loopbaan te kiezen. Daarmee kun je toch je brood niet verdienen? Hij gaat naar school in het Sint-Leocollege, geeft zijn studies op en wordt leerjongen-timmerman. Tussen 1912 en 1920 volgt hij de vier jaren Bouwkunde aan de Brugse Academie voor Schone Kunsten, waar hij les krijgt van Etienne Timmery.

Bij het uitbreken van WO I onderbreekt hij zijn studies en ‘vlucht’ met twee broers en twee vrienden naar Londen. Vandaar keert hij in november 1914 terug om als oorlogsvrijwilliger dienst te doen aan het front bij het eerste Linieregiment in Diksmuide. Hij raakt gewond aan zijn dij eind juni 1915. Eerst verblijft hij in het hospitaal Cabour van Adinkerke. Daar maakt hij schetsen van kameraden. Bij een bezoek van koningin Elisabeth krijgt hij van haar een doos kleurpotloden. Later verhuist hij naar het kamp voor Groot-Invaliden in Port-Villez ten zuiden van de Seine (Eure, Frankrijk). (1) Daar leert hij rekenen en boetseren, werken met paletmes en olieverf op doek, o.a. van Bruggeling Octave Rotsaert. Ze worden vrienden. In 1918 behaalt hij het diploma van toegepaste kunst, waardoor hij kan optreden als architect en als tekenleraar. Hij blijft een tijd hangen in Frankrijk.

Eens is hij in 1917 in Parijs aan het schilderen langs de Seine en ontmoet hij de 77-jarige Franse impressionist Claude Monet, in wiens tuin hij klusjes mag uitvoeren in Giverny. Vertoeven in dat milieu waar allerhande kunstenaars en zelfs de schrijver Emile Zola in de kleurrijke tuin en over de vloer komen, geeft hem de overtuiging om verder te gaan in die artistieke wereld. Van Monet leert hij omgaan met kleurschakeringen en lichtinval. Julien schildert net als hem ook impressionistisch en verkoopt zijn werkjes in Parijs.

Eenmaal terug in Brugge huwt hij in 1921 met Adrienne Brilleman (8 april 1892 – 6 oktober 1937). Ze is de dochter van koopman Léon Charles en Louise Marie Depiere uit de Predikherenstraat in Brugge. Julien en Adrienne bouwen een huis langs de Moerkerkse Steenweg 39 in Sint-Kruis, met een atelier dat uitgeeft in de Molenstraat (nu Driekoningenweg). Ze krijgen drie dochters: Cecile, Denise en Louise. Julien kan als controleur van werken aan de slag bij de Technische Dienst van de stad Brugge. Twee jaar later wordt hij ‘toeziener van de Genie’ bij de Dienst van de Militaire Gebouwen.

In oktober 1937 overlijdt Adrienne na amper 16 jaar huwelijk. Haar moeder Louisa Depiere ontfermt zich over de drie dochters. Tijdens die interbellumperiode is Julien bijzonder artistiek actief. Hij schildert met olieverf en paletmes vaak grote landschappen waarin de mens er nietig uitkomt.

Bij het uitbreken van WO II in mei 1940 wijkt Julien samen met zijn militaire collega’s uit naar Zuid-Frankrijk, meer bepaald Carcassonne. Uit die tijd dateren schetsen en tekeningen voor later werk.

In 1984 overlijdt Julien.

 

Kunstkring Iris

Samen met de Vlaamse componist Renaat Veremans, die ook in Sint-Kruis woont, en met zijn dochter Denise Schaeverbeke die ook kunstschilder is en tussen 1950 en 1962 meerdere malen exposeert, sticht hij op 6 september 1952 kunstkring IRIS. Doel is om talentvolle beeldende kunstenaars te ontdekken en te motiveren door hen de kans te geven te exposeren. Die groepstentoonstellingen hebben jaarlijks plaats tijdens Sint-Kruis Kermis, halfweg september. Julien zal 27 jaar lang, tot 1979, voorzitter van kunstkring Iris zijn. Julien Schaeverbeke geeft ook teken- en schilderles aan de Stedelijke Tekenschool te Blankenberge

Zijn dochter Denise (°21 maart 1924) volgt lessen aan de Brugse kunstacademie, onder meer bij Jef Vande Fackere en Dora Rommelaere. Ze studeert verder aan de Kunstacademies van Gent en van Brussel. Denise Schaeverbeke schildert vooral personen: kinderkoppen, balletdanseressen en zigeuners in haar typische hoekige stijl. Ze overlijdt op 23 november 1969 in de kliniek Sint-Lucas; veel te vroeg. Dat raakt Julien diep. Ze woonde namelijk bij hem in.

Zijn andere dochter Cécile (10 mei 1929 – 27 december 2018) huwt met aannemer Gustave Vandendorpe, gekend voor restauratie van oude monumenten.  Zijn derde dochter Louise (26 december 1921- 19 februari 2019), huwt met aannemer Henri-Leon Davans, schildert ook, maar niet zo fervent.

Eind december 1984 overlijdt Julien Schaeverbeke.

 

 

Het oeuvre van Julien Schaeverbeke

In totaal schilderde Julien zowat tweeduizend werken. Omdat hij voor de staat werkte, mocht hij eigenlijk geen bijverdienste hebben. Hij hield zich dus tot aan zijn pensioen in de schaduw en hield nauwelijks exposities. Zijn cliënteel vond hij in de vriendenkring. In de jaren 1950 schilderde hij vooral Brugse stadsgezichten en herfst- en winterlandschappen in het Brugse ommeland zoals Damme, Beernem, Donk, Lapscheure, Lissewege. Een ander genre waren landschappen met berbers. Kenmerkend is zijn lichtrealisme. Johan Weyts schrijft na zijn interview “Wie één keer zijn werk gezien heeft, kan het tussen alle andere onderscheiden.”

Volgens kleinzoon Karel Vandendorpe schilderde Julien naar het einde van zijn leven vooral in zijn atelier en werkte hij vroeger gemaakte schetsen uit. Als hij nog eens in de natuur schilderde, dan was dat in de directe omgeving: Brugge of Sint-Kruis. Tien jaar na het overlijden van de schilder organiseerde Karel in 1994 een retrospectieve tentoonstelling van twintig van zijn werken. In menig woonkamer in het Brugse, in Frankrijk en Canada hangt een Schaeverbeke, maar ook de Belgische Staat kocht er acht aan. In het tijdschrift Vlaanderen nr. 123 wijdde L. Dendooven in 1971 aandacht aan deze Sint-Kruise schilder.

 (Eric Colenbier, juli 2023)

 

(1) Deze biografie (24 juli 2023) is volledig, soms zelfs letterlijk, gebaseerd op die van Robert De Laere in deel III van de reeks Brugse beeldende kunstenaars omstreeks de eeuwwisseling (1995), p. 155- 162, een uitgave van onze heemkring Brugs Ommeland. Daar vind je een meer uitgebreide levensbeschrijving en opsomming van het oeuvre van Julien Schaeverbeke. Een tweede bron is het interview dat Johan Weyts afnam in Sint-Kruis op 12 november 1979 en publiceerde in het kerstnummer 1979 van het commerciële tijdschrift Middenstand van Sint-Kruis en in zijn verzamelboek Mensen van bij ons, p. 16-18.

(2) Zijn correspondentie aan het front met de in Londen gebleven vriend Arthur De Bolle is te lezen in Declercq Pol (2006), Sint-Kruis in den Grooten Oorlog, een uitgave van Werkgroep Geschiedenis Sint-Kruis, p. 53 – 55, overgenomen uit Karel Vandendorpe (1991) Julien Schaeverbeke 1896-1984.

 

Enkele werken van de hand van Julien Schaeverbeke