Leopold Slosse, onderpastoor Sint-Kruis

Marke 2 november 1842 – Rumbeke 31 maart 1920


Tot de jaren 1950 waren parochiepriesters goed op de hoogte van de samenstelling en het wedervaren van veel families. Dat kwam natuurlijk door de dagelijkse sociale contacten met hun parochianen. Een aantal priesters maakte er hun hobby van om die familiale wetenswaardigheden te verzamelen en al dan niet gestructureerd bij te houdenopdat zij niet verloren zouden gaan” zoals priester Leopold Slosse het in zijn lijfspreuk heeft vastgelegd. Leopold Slosse was pionier  van de West-Vlaamse heem- en familiekunde. Reeds als tiener verzamelde Leopold bidprentjes. Zijn hobby groeide tijdens zijn latere parochiale priestertaken uit tot een ware verzamelwoede van bidprentjes en rouw- en trouwbrieven

Hij is geboren in Marke in 1842, liep college aan het Sint-Aloysiusinstituut in Kortrijk en werd seminarist. Zijn eerste benoeming na zijn priesterwijding in 1867 was leraar in het Sint-Aloysiusgesticht in Kortrijk van 18 juni tot begin oktober 1867. Dan werd hij kapelaan in Sint-Kruis vanaf 9 oktober 1868. Op 6 maart 1872 werd hij onderpastoor in Izegem, op 2 april 1892 pastoor in Kooigem en van 1896 tot zijn overlijden op 31 maart 1920 in Rumbeke.

 

Zijn nalatenschap telde o.a. meer dan één miljoen bidprentjes. Ze werden grotendeels overgemaakt aan de stadsbibliotheek van Kortrijk, de universiteitsbibliotheek van Leuven en het archief van het bisdom Brugge. De grote verdienste van Slosse ligt niet enkel in het verzamelen en het bewaren van zijn omvangrijke collecties. Een belangrijke meerwaarde voor onze heem- en familiekunde is het succes van zijn concept om op de bidprentjes extra gegevens over de overledene te vermelden, zoals beroepsbezigheden, openbare functies, afstamming, overlijdensomstandigheden… 

Hij was er ook voorstander van om op de voorzijde van het bidprentje een mooie foto van de overledene te laten plaatsen. Aldus werden, vooral van priesters, kloosterzusters en militairen, gedurende meerdere decennia duizenden geïllustreerde bidprentjes opgesteld die bij verzamelaars zeer in trek zijn. Vanzelfsprekend werd ook zijn eigen bidprentje opgesteld volgens zijn concept: op de voorzijde een recente foto van zichzelf als pastoor van Rumbeke en op de keerzijde zijn religieus curriculum vitae.

Op zijn eigen bidprentje lezen we onder R.I.P. een citaat uit het Bijbelboek Deuteronomium 32,7, dat klinkt als een eerste gebod voor heem- en familiekundigen: “Weest de dagen van hiervoortijds indachtig …ondervraagt uwen vader … uwe voorouders en zij zullen u leren”.

 

◄  Detail van de parochiale overlijdensakte van Mary Augustina More, 1807, nummer 180 in het boek van de begrafenissen. In 1869 schreef onderpastoor Slosse in het Latijn, naast de tekst van toenmalige pastoor Cardoen, in goed leesbaar ‘kleinschrift’ nota’s over zuster Mary More: haar verwantschap in rechte lijn met de bekende kanselier Thomas More, haar geboorte begin april 1731, haar aankomst in Brugge op 4 december 1758, haar verkiezing tot priorin (van de Augustinessen in de Carmerstraat) in 1766, haar tijdelijke verhuis naar Engeland tijdens de (Franse) Revolutie (in 1794) en dat ze in haar klooster in Brugge is overleden op 23 maart 1807 “om 3 uur in de namiddag”. Hij ondertekent de notitie met zijn naam. De priorin werd begraven op het kerkhof van Sint-Kruis.                                          

Tijdens zijn vier jaar te Sint-Kruis ontwikkelde hij een hechte vriendschap met kanunnik Guillaume (Willem) Frans Tanghe (1802-1879), wiens heemkundige bibliotheek hij later erfde, en ook met Guido Gezelle (1830-1899) die in 1866 het tijdschrift Rond den Heerd had opgestart.

Benieuwd of er in het archief van de kerkfabriek Heilig-Kruisverheffing Sint-Kruis nalatenschap van onderpastoor Slosse zou te vinden zijn, troffen we bij een eerste onderzoek enkele bladen aan met door hem opgestelde familie-stamboomgegevens. Typisch voor Slosse zijn vooral de enkele  heemkundig interessante aanvullingen die hij in de marges van overlijdensregisters neerschreef, zoals bij de overlijdensakte van Mother Mary Augustina More uit het klooster van Nazareth te Brugge (Engels Klooster), een achterkleinkind van Thomas More. Zij ligt op het kerkhof van Sint-Kruis begraven. 
Wij zoeken voort!

 

 (Johan Duyck, november 2023)