Kasteel De Vijvers


(Maalse Steenweg 83, voorheen Maele 12, nu ‘Hotel-Restaurant Lodewijk van Male’)

(Rita Bossuyt en Eric Colenbier, 22 juni 2023)

 

Het kasteel Les Viviers ligt tussen de kasteeldomeinen Puienbroek en Male. Over de vroegste geschiedenis van de bewoning van het domein is weinig gekend. Thomas van der Plancke, advocaat van het Brugse Vrije, is er halfweg de 17de eeuw eigenaar van een “hof van plaisance” of ‘lusthof’. Hij heeft er een landelijke Mariakapel gesticht. 

◄     ▲   De naam van het kasteel De Vijvers of Les Viviers is afkomstig van de ‘Malevijver’ waarbij het kasteel is opgetrokken. Op de kopie door landmeter Donaat Segers (1750, privécollectie) van Pourbus’ Kaart van de Wateringen van Brouck en Moerkerke-zuid-over-Leie (1574) valt op welke omvang de strijkijzervormige vijver had in de 16de eeuw. 

Van daaruit vertrekt noordwaarts de rechte Pijpeweg  naar Damme. Onder die weg voert een loden pijp, dankzij vergunning van gravin Margaretha van Constantinopel in 1269, zoet water naar de Zwinstad. De vijver, ooit 7 ha groot, wordt gevoed door de grachten en vijvers rond het kasteel Puienbroek (helemaal links) en het slot van Male (rechts). De loden pijp is ondertussen verdwenen en de huidige vijver is vandaag slechts een restant van wat die ooit was. Tussen de vijver en de Antwerpse Heerweg (nu Maalse Steenweg) situeert zich de voorloper van het kasteel ‘De Vijvers’ of Lodewijk van Male.  Dit is goed de zien op de topografische kaart met de buurtwegen door Vandermaelen (1846-1854) vol interessante toponiemen. Noord-zuid loopt een weg van Maleveld naar Oedelem (nu Lodewijk van Malestraat en Margaretha van Vlaanderenstraat).

In 1683 verkoopt Van der Plancke zijn buitenverblijf aan Pieter-Frans van Lyckercke die ook de Pijpeweg bezit. Hij belandt echter in een faillissement. De voogden van zijn kinderen verkopen het goed, met o.a. een “speelplatsken” (kasteeltje), stallingen en duiventoren, in 1708 aan kanunnik Guillielmus Alvarado y Bracamonte die reeds de kapel had verworven. Die verkoopt in 1740 het kasteel  aan Pierre d’Hanins de Wierycx.

Dit landhuis zou de voorganger zijn van het huidige kasteel de Vijvers, gebouwd vanaf 1884. Het olieverfschilderij is gesigneerd T. Boudry en dus niet Aloïs Boudry (1851-1938), hoewel de traditie het dateert in 1853. De omvang van de vijver valt op. In de tuin staan allegorische beelden: links ‘het geloof’ en rechts ‘de liefde’, wellicht van Pieter Pepers. 

(privécollectie Hotel Lodewijk van Male)       ►

Volgens het Frans Kadasterplan Sint-Kruis (1809) en de volkstelling van 1814 is het landhuis  het eigendom van de Brugse juffrouwen Coppieters, renteniersters die in Brugge wonen. Zij verkopen het aan de familie Jean Charles de Carnin de Staden, die als ‘baron van Male’ reeds het kasteel van Male bezit. In 1827 wordt Les Viviers door loting onder de erfgenamen toebedeeld aan zijn nicht Marie-Anne de Carnin de Staden, gehuwd met de Brusselaar Philippe J.A. de Coullemont. Ze hebben vier kinderloze kinderen en daardoor dus geen verdere nazaten. Philippe overlijdt in 1834.

◄  Op dit fragment van kaart sectie D1 van het Frans Kadasterplan Sint-Kruis (1809, SAB) heeft het kasteel De Vijvers de nummers 91 en 92 (onderaan). Opvallend is dat de vijver erboven niet in het blauw is gezet. De vorm van perceel 76 leek voor de inkleurder wellicht te vreemd en te groot voor een vijver. Toch vertrekt van daaruit de Pijpeweg. 

▲ Postkaartfoto van de zogenaamde Peellaertkapel, gebouwd in 1680, uitgebreid in 1909 en afgebroken in 1966. (WHSK-collectie)

▲ Op de postkaart is de tuinzijde van het kasteel te zien, met de oorspronkelijke hoofdingang. De massieve baksteenconstructie is gebouwd in een mengstijl van neogotiek en Vlaamse neorenaissance met afwisseling van gevelopeningen, trapgevels en torens. De beuk verbergt een rijkversierde erker in de zijgevel. Links achter het kasteel is een hoeve te zien. Die staat aan de overzijde van de ‘Antwerpschen Heirweg’ en zal in 1966 samen met de kapel worden afgebroken voor  het verbreden en recht trekken van de huidige Maalse Steenweg. (WHSK-collectie)

In 1831 koopt Eugène Marie Didier baron de Peellaert - van Hoonacker het landgoed als buitenverblijf. Hij laat de oudere structuren - behalve het woonhuis - afbreken en bouwt in 1860 een paardenstal met nutsgebouwen. Het is in 1868 één van de gebouwen met de derde grootste kadastrale waarde in Sint-Kruis. Baron Eugène overlijdt in zijn kasteel in 1873.

Zijn zoon Eugène-Désiré de Peellaert en Mathilde de Maleingreau d’Hembise verkrijgen het landhuis en laten het in de jaren 1884-’87 door architect René Buyck ombouwen tot het huidige kasteel in eclectische stijl, vooral neogotiek. De aangetrouwde familie bezit het domein Puienbroek in de buurt. Er komt een landschapstuin in Engelse stijl en een villa. De kapel uit 1680 wordt vergroot in 1909. Eugene overlijdt in 1916 in het kasteel. In 1917 wordt het kasteel nog vermeld als bewoond door een de Peellaert, wellicht zoon René. Het kasteelis dan ingenomen door Duitse officieren.

Zoon René baron de Peellaert, gehuwd met Juliette Arents de Beertegem en Cercle-voorzitter, bewoont na hem als rentenier het kasteel tot zijn overlijden in Brugge in 1927. Zijn oudere broer Maurice baron de Peellaert (°1861), gehuwd in kasteel De Vijvers met Marie de Pierpont, bewoont op zijn beurt het kasteelgoed. Hij overlijdt er kinderloos in 1940. Tijdens W.O. II verblijven Duitse militairen in het kasteel.

◄  Zijkant met erker, geschilderd door André De Man (1925-2002) (privécollectie Hotel Lodewijk van Male).

In 1946 schenken de erfgenamen de Peellaert de kapel aan de kerkfabriek van Sint-Kruis die het in 1948 overdraagt aan de kerkfabriek van dochterparochie Sint-Thomas van Kantelberg. De kunstwerken uit die kapel bevinden zich sinds de sloping ervan in 1966 in de kerken Sint-Thomas van Kantelberg en Heilig-Kruisverheffing

 

Het kasteelgoed zelf komt in 1946 met inboedel en al in openbare verkoop. Gerard Derycke - Maria Noppe, groothandelaars in koloniale waren, zoeken opslagruimte en kopen het kasteel in 1948. In functie van extra inkomsten wordt het kasteel deels omgevormd tot ‘Hotel-Auberge Lodewijck van Maele’, een café met danszaal. Dat wordt in 1960 Hotel Restaurant Lodewijk van Male. Ze breiden het kasteel eind jaren 1970 uit met een lage langwerpige feestzaal met plaats voor 200 genodigden: ‘Salons Lodewijk van Male’. In 1995 overlijdt Gerard onverwacht. Zoon Frans Derycke en echtgenote Marleen Delarue nemen de zaak over in 1996. In 2009 overlijdt ook Frans voortijdig. Daarom laat Marleen de zaak in 2009 over aan zoon Frederic Derycke. Met de ruime parking en landschapstuin blijft het kasteel een unieke locatie voor allerhande gelegenheden en feesten.

 

 

Meer info: