Kasteel Rooigem


(Gemeneweideweg Noord, voorheen Brouck 32 en Rooigemstraat 1)

Rita Bossuyt en Eric Colenbier (10 december 2023)

Terwijl het kasteel van Male in de middeleeuwen duidelijk het belangrijkste gebouw was in Sint-Kruis, kende het kasteel van Rooigem als riant buitenverblijf van de Brugse bisschoppen in de 18de eeuw de grootste uitstraling. Over de oudste geschiedenis van het landgoed en over de herkomst van de naam Rooigem tasten we nog in het duister.

De naam Royeghem komt al voor in 1625 wanneer Joos Cobrijsse de hofstede Royeghem verkrijgt van Cathelyne Tant, weduwe van Jan Heyne, de vorige eigenaar dus. Daarna erft Anna Boels, weduwe van Joos Cobrysse, de hofstede Rooigem, op voorwaarde dat zij in Brugge godshuizen zou oprichten in de Leffingestraat; die bestaan nog steeds. Haar zoon Paulo Cobrysse heer van Arzeele, oud-burgemeester en schepen van Brugge, bouwt circa 1670 naast de hoeve Rooigem een eerste buitenverblijf met omgrachting. Dat wordt later uitgebreid met een neerhof.

◄   In 1574 tekende Pieter Pourbus een kaart van de Watering van de Brouck, waarvan landmeter Donaat Segers in 1750 deze papieren kopie maakte. In de rechterbovenhoek van dit fragment verwijzen een omwald  kasteeltje en bijgebouwen naar de 16de eeuwse site die toen misschien al Rooigem heette. De bisschoppen kochten in de periode van de kopie stukjes grond om zo een dreef aan te leggen tot aan de Polderstraat. Bisschop Caïmo trok er in 1762 een dreef door. (Kaart in privécollectie)


In 1716 was de ‘bassecourt (= neerhof) van het ‘casteelgoet Roijegem’ van Pieter Cobrisse, Paulo’s neef. De kinderen van Pieter verkopen het kasteelgoed in 1720 aan de Brugse bisschop Hendrik-Jozef van Susteren. Als een echte ‘zonnebisschop’ maakt hij er een prestigieus buitenverblijf van en verbouwt het bestaande kasteeltje tot een paleis. Wanneer hij in 1742 sterft, wordt het kasteeldomein nagelaten aan het bisdom Brugge. Zijn opvolger, Jean Baptiste de Castillion, wordt de tweede resident.

Na hem breidt bisschop Joannes-Robert Caïmo het goed uit. Hij krijgt in 1762 toestemming om een rechte dreef aan te leggen in de richting van het Belfort en voorziet die laan van vier rijen eiken. Meteen is de naam van de huidige indrukwekkende Bisschopsdreef verklaard. Bisschop Caïmo maakt van Rooigem een luxueus buitenverblijf met een prachtige, Frans geïnspireerde tuin. In de tuin worden verschillende beelden geplaatst, gekapt door beeldhouwer Pieter Pepers. Twee ervan verlieten het terrein nooit: een beeld met de Bijbelse rechter Samson die een leeuw verscheurt (1768) en het beeld van de jezuïet pater Verbiest die aan het keizerlijke hof van China mocht vertoeven en er aan astronomie deed (1772).  Vier begeleidende Chinese putti die vier sterktes van pater Verbiest uit Pittem (1623- Peking, 1688) weergeven, vergezellen het beeld. Ze staan er sinds 2021, na bijna honderd jaar afwezigheid, opnieuw.

Volgens een burijngravure (15 x 16 cm) uit 1784 behield het classicistische kasteel een oudere achthoekige centrale toren. Linksachter is de Rooigemhoeve met paardenstallen afgebeeld. Circa 1795 vulde tekenaar Cousin de prent aan met bisschop Felix Brenart die in 1794 vluchtte en hier afscheid neemt van de bevriende jurist en historicus Patrice Beaucourt de Noortvelde de ter Heyden (1720-1795). Erboven schreef Cousin spottend: ‘Adieu! Patrice sans T…., Adieu! Felix sans M…“, volgens heemkundige René Duyck aan te vullen als ‘Adieu! Patrice sans Titre. Adieu! Felix sans Mitre’. De Franse tuin is er niet echt geslaagd bijgetekend.

 

Vanaf 1777 bewoont de verlichte Felix Brenart als vierde bisschop het kasteel. Hij vergroot het domein tot over de Moerkerkse Steenweg. Tijdens de Franse republiek vlucht hij in juni 1794, wegens vervolging van geestelijken, vanuit Rooigem naar Westfalen, waar hij overlijdt. Na de opheffing van kerkelijke goederen door de Franse Revolutie wordt het kasteel in 1795 als ‘zwart goed’ verkocht aan Marie-Petronilla de Stappens de Harnes - van Outryve (1748-1814). Zij gebruikt Rooigem als zomerresidentie, samen met haar veel jongere partner Valentin Jacoby, die burgemeester van Sint-Kruis wordt in 1806. Hij overlijdt in het kasteel Rooigem in 1811.

◄  Rooigem in de Franse Kadastrale Atlas Sint-Kruis (1809, SAB), sectie G divisie 2. De gemeentesecretaris schreef in 1893 bij het kasteel in potlood de naam van de toenmalige bewoner:‘Visart’.

Na het overlijden van Petronilla in 1814 erft haar kleindochter Adèle de Stappens, dochter van Louis-Philippe de Stappens de Harnes (1774-1812) Rooigem. Zij is gehuwd met de Engelse zakenman Georges Chantrell.

Detail van een Kaart van de Watering van de Broek uit 1840. Onderaan links ligt ten zuiden van de Leegweg een langwerpig perceel met op het eind een kasteel. De toenmalige eigenaars zijn erbij geschreven: “kasteelgoed compte A. Visart de Bocarmé’ (collectie Oostkustpolder).

 

Lithografie van F. Stroobant met het kasteel van graaf de Bocarmé en de voortuin die duidelijk verder loopt dan de toegangspoort. In die tuin is het beeld van Samson en de leeuw herkenbaar. Opvallend is de staande wip voor het kasteel. Graaf Visart de Bocarmé werd in 1835 lid van de plaatselijke keizerlijke schuttersgilde Vrije Archiers van Sint Sebastiaan. Hij werd dat jaar ook eigenaar van Rooigem. De afbeelding is dus van tijdens of na 1835.

◄   

In 1835 koopt de Doornikse rentenier graaf Marie-Jean J. Amedée Gustave Visart de Bocarmé - de Man het domein van Georges Chantrell-de Stappens de Harnes. Hij is van 1847 tot zijn overlijden in 1855 burgemeester van Sint-Kruis. De familie Visart-de Man verbouwt het kasteel en vormt de Franse formele tuin gedeeltelijk om in een Engelse landschapstuin door het dempen van grachten, de aanleg van een spiegelvijver en de aanplant van bijzondere boomsoorten. Zijn zoon Amedée Visart de Bocarmé (1835-1924), die als burgemeester van Brugge in de stad woont, bewoont Rooigem als buitenverblijf. In 1915 kiest Ludwig Von Schröder, vice-admiraal en bevelhebber van het Marinekorps in Vlaanderen het kasteel van Visart als opgeëist verblijf. In 1917 worden Duitse officieren als bezettende bewoners vermeld.

▲  Postkaart met de zijgevel van het kasteel, richting spiegelvijver. De naamgeving is totaal verkeerd. ‘Pierre Pont-Visaert’ is gebaseerd op een slechte notitie van de namen van twee eigenaars uit een andere periode: ‘de Pierpont’ en ‘Visart de Bocarmé’. In de volksmond sprak men toen wel over ‘het kasteel van Visart’ of 'het kasteel van Pierpont’, niet over ‘Rooigem’.

 

In 1924 is het de dochter van de overleden broer van Amedée, Adrienne Visart de Bocarmé die het kasteel erft. Ze is weduwe van Ulricque de Pierpont (1877-1916) en gaat er met haar zoon Didier wonen. Kort nadien, in 1926, overlijdt ze zelf ook. Hun zoon Didier baron de Pierpont (°1911) blijft op het kasteel Rooigem wonen met zijn broer Jean (°1910). Hij wordt advocaat en huwt met Françoise Lefebvre (°1926). Ook zijn broer Jean de Pierpont, gehuwd met Margueritte Elens staat er tot minstens 1946 gedomicilieerd. Van 1946 tot de fusie met Brugge in 1970 is Didier de Pierpont de laatste burgemeester van het onafhankelijke Sint-Kruis. De Pierpont verkoopt de Bisschopsdreef in 1968 aan de gemeente Sint-Kruis. Aanpalende gronden worden verkaveld tot een residentiële buurt, o.a. de terreinen van hoeves Babbaert en Vogelzang.

 

In 1999 wordt het kasteel Rooigem samen met 9 ha grond verkocht aan de huidige eigenaar Martin Lagauw. De beukendreef langs het neerhof, de Rooigemdreef, is in bruikleen gegeven aan de stad Brugge en mag dus worden gebruikt. Sedert 2018 zorgt zijn partner, Ellen Vandewalle, samen met vrijwilligers, voor de uitbating van de ‘Bloemenpluktuin Innengaard’ in de voortuin langs de Gemeneweideweg Noord. Het poortgebouw langs de Rooighemdreef wordt met koetsgebouw en paardenstallen in 2022 grondig gerenoveerd. Lofts staan er nu te huur, bv. als atelier

Het resterende kasteelbos is nog steeds privébezit en ligt tussen Aardenburgse Weg, Gemeneweideweg Noord, Moerkerkse Steenweg en Rooigemdreef. Het 19de eeuwse Chinese prieeltje in het bosgedeelte is in de loop der jaren volledig vervallen en stormen hielden lelijk huis in het historische beukenbos. Het kasteeldomein Rooigem is sedert 1994 Beschermd Monument.

 

Meer info:

  • https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/77513
  • Beernaert Brigitte, Braet Johan, Demulder Jan, D’hondt Jan, D’hoore B., Terryn C., Vandamme L & Vanden Berghe (2007) Binnen en Buiten, Winter- en zomerverblijven van de Brugse elite vanaf de late Middeleeuwen, p. 58-59 (WHSK-bibliotheeknummer 6).
  • Bekaert Christiane, ‘Petronilla van Outryvestraat’ in Bekaert Christiane, Colenbier Eric, D’hondt Jan, Dendooven Yves, Duyck Johan, Martens Johan, Vandamme Ludo (red.) e.a. (2019) Sint-Kruis. Een landelijk dorp in de jaren 1800, p. 100-102. (WHSK-publicatie). (WHSK-bibliotheeknummer W33b)..
  • Callewaert Dirk (2020), Langs de Moerkerkse Steenweg, p. 248-258. (WHSK-bibliotheeknummer 221)
  • Cornilly Jeroen, (2007) ‘Kastelen in het Brugse ommeland’, In de Steigers, jg.14, nr. 3, p. 87-96. (WHSK-bibliotheeknummer tijdschriftartikels 7).
  • Cornilly Jeroen, (2007) ‘Kastelen in het Brugse ommeland’, In de Steigers, jg.14, nr. 3, p. 87-96. (WHSK-bibliotheeknummer tijdschriftartikels 7).
  • De Schuyter L. (2007)  Kasteelpark Rooigem door de eeuwen heen. Van bisschopsverblijf tot hedendaagse residentiële bestemming (WHSK-bibliotheeknummer 112).
  • D’hondt Jan e.a.  (2006)  Veelvuldige Chinese Gezichten (Chinabelangstelling in Brugge in de 18de en 19de eeuw.) (WHSK-bibliotheeknummer 141).
  • WHSK (1999), Het Rooigemkasteel (WHSK-bibliotheeknummer 89).
  • Vanneste, Sylvie (2000) Als de eiken van Rooighem en de Bisschopsdreef konden spreken, Eindwerk voor Gidsenkring Brugge
  • over de bisschoppen Van Susteren, de Castillion, Caimo en Brenart: het boek Het bisdom Brugge (1559-1984), pp. 175 tot 206.

▲ Het poortgebouw van de achter het kasteel gelegen Rooigemhoeve langs de Rooigemdreef. (Foto EC, zomer 2020).

Uit de WHSK-collectie:  Iemand sneed of scheurde ooit deze reep beschilderde jute uit de wandbekleding van één van de vervallen Chinese prieeltjes in de bostuin van Rooigem. De Chinese figuratieve motieven geven een idee van de originele aankleding.  Hoe de WHSK in het bezit ervan kwam is niet meer gekend.