Kasteel Veltem


(Veltemweg 23-25, waar nu het zwembad ‘Interbad’ zich situeert, voorheen ‘Vossensteertstraat 3)

Rita Bossuyt en Eric Colenbier (22 juli 2023)

De postkaart toont de nu verdwenen beukendreef naar het kasteel, wanneer de Séjournet er woonde, dus circa 1910. De dreef werd honderd jaar eerder speciaal aangelegd voor het nieuwe empirekasteel van Bertram en startte aan de Maalse Steenweg. Centraal in de voorgevel steekt een ronde toren met opvallende koepel uit boven het dak. Potplanten staan omheen het kasteel. Rechts is de oorspronkelijke toegangsdreef naar het vorige kasteel te zien. Daarvóór staan in de weide kinderen rond een koe. Vandaag bestaat de dreef nog steeds. Die loopt nu richting zwembad Interbad.

Om de klassieke verwarring tussen de verdwenen Veltemhoeve in Assebroek en de huidige site Veltem in Sint-Kruis te omzeilen (zie onderzoek van Ann Lambert en Marc Roose ) maken we meteen een sprong naar circa 1562, wanneer Loys Raepe via ruil in Sint-Kruis een hoeve verwerft van de Sint-Baafsabdij. Die abdij bezat sinds 976  een (ander) stuk grond met als naam ‘Felthem’. Het is niet zeker dat het om dezelfde sites gaat. Het lijkt er zelfs op dat ‘felthem’ eerder een Germaanse term is voor een woning op een ‘veld’ (= onvruchtbare grond) dan een plaatsnaam. Wanneer de kasteelsite de naam ‘Veltem’ kreeg, blijft een raadsel, net als waarom oudere Sint-Kruizenaars het Veltembos ‘het Haringbos’ noemen. Voldoende legendes daarover, maar onvoldoende gefundeerd. De hardnekkigste is dat de bewoonster veel haring at ... uit spaarzaamheid of uit voorliefde...

◄   Volgens dit fragment uit Pourbus’ kaart Wateringen van Brouck en Moerkerke-Zuid-over-Leie  stond in 1574 langs de toenmalige Antwerpse Heirweg (nu Veltemweg) een sierlijk herenhuis of kasteeltje. Schuinweg loopt vanaf de Antwerpse Heirweg, nabij herberg Schrooback op de site Sprietwege, de oude weg naar Sijsele (nu Boomkwekerstraat en Paalbos). Meer naar het zuiden van het kasteeltje situeert zich de omwalde hoeve (het neerhof?). Het latere kasteel van Bertram werd er circa 1803 dus tussen gebouwd. Rechts zijn ten noorden van de heirweg het omwalde kasteel Puienbroek en ten zuiden ervan de omwalde leenhoeve Bouchoute of/ Ter Lo herkenbaar.

In dit fragment van de Heraldische Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Clayessens (1597), een kopie van Pourbus’ kaart (1574), valt het open landschap ten oosten van Brugge op. Centraal op de linker helft van het kaartgedeelte ligt in de binnenhoek van de oost-west lopende Antwerpse Heirweg en de afsplitsing naar Sijsele een wit huisje: herberg Schrooback. Meer opvallend is de grote dubbele site er vlakbij: het omwalde landgoed dat dan wellicht nog niet ‘Veltem’ heet (een opperhof met drie witte huisjes) en ernaast de bijhorende hoeve of neerhof met drie witte gebouwtjes. Er loopt een weg langs richting het kasteeltje Zevecote in Assebroek onderaan links. Rechts op het kaartfragment het kasteelgoed Pudenbrouc met ten zuiden ervan leenhoeve Bouchoute. In de linkerbovenhoek de verdwenen hoeve 'Ten Pauwe' rechtover herbergen Het Schaak en Driekoningen.

◄   Helemaal rechts op dit fragment uit de kaart van het Brugse door Jacob Deventer anno 1558 is onder het woord ‘Oost’ herberg Schrooback getekend in de spriet van de Antwerpse Heirweg en de weg naar Sijsele. Er vlakbij situeert zich het landhuis met hoeve die later ‘Veltem’ zal worden genoemd. Dit is de oudst gekende afbeelding van het landgoed. Tussen de omwalde site Beaupré (links) en het latere Veltem ligt de ondertussen verdwenen hoeve Ten Paeuwe met duivenhuis, waarvan de dreef startte tegenover herbergen Het Schaak en Driekoningen. In het noorden is het centrum van Sint-Kruis te zien met zuidwaarts een doodlopende (Schaak)straat die rechts verbinding geeft naar de Brieversweg. Helemaal centraal loopt bijna kaarsrecht de weg naar Puienbroek (nu Driekoningen- en Leopold Debruynestraat). De rechterrand is ook de effectieve rand van de kaart.

▲    Helemaal rechts op deze kaart met eigendommen van de dis van Sint-Jacob, Chartreusen en Magdalena in Sint-Kruis, getekend door Frans Verplancke in 1713 en hier gekopieerd door Ignaas Drübbele in 1769, staat een ‘kasteel’ met een leien dak, eigendom van ‘Steelant’ afgebeeld. Hoogstwaarschijnlijk is dat Veltem. (Caerten Bouckschen van alle landen competeerende den Disch van Sint-Jacob, 1772, OCMW-archief, foto EC 2011)

Volgens kaart sectie E van het Frans Kadaster Sint-Kruis (1809, SAB) had Bertram toen zijn omwalde kasteel nog niet laten bouwen en was er nog geen beukendreef aangelegd. Dat was de situatie in 1807 toen de landmeters en tekenaar hun schetsen maakten. De toenmalige omvang en structuur van het beboste domein valt op. De site Veltemhoeve met schuur en woonhuis had toen al dezelfde inplanting en lag volledig op grondgebied Sint-Kruis. Vandaag spreken we van 'hoeve Steevens'.

 

De oudste afbeelding van de bedoelde mottehoeve vinden we wellicht op de kaart van het Brugse door Deventer (1558) en bij Pieter Pourbus (1574). Wegens  faillissement komt de motte met ‘upperhuus’ en 22 gemeten grond in 1583 in gerechtelijke verkoop. Het is de Spaanse handelaar Mathias Dagua († 1609), Brugs poorter, die het koopt als buitengoed. Hij bouwt er een kasteel met een omwalling. De onvruchtbare grond gedijt echter niet en krimpt door geregelde verkoop van stukken grond.  Volgens Bart Roose is het landgoed na Dagua tot circa 1700, dus bijna een eeuw, in het bezit van de familie Stochove. In 1700 wordt het omschreven als “een omwalde motte met huizingen, grachten en landerijen rondom”.

 

Rond die tijd komt het in handen van de familie (van) Steelant. Een (van) Steelant is alvast in 1713 eigenaar en wellicht ook Filips van Steelant die in 1741 ook eigenaar wordt van het nabijgelegen kasteel van Male. Circa 1745 laat Marie-Anne van Steelant de site erven door haar zoon Jacques Antoine van Zuylen van Nyevelt de Gaesebeke. Circa 1760 komt het terrein in bezit van Jacques Bossaert. Wellicht bouwt één van die drie eigenaars er een ‘hof van Plaisance’ met Franse tuin en genaamd ‘Veltem’. De oudst gevonden vermelding ‘Veltem’ voor die site staat op een kaart uit 1786.

In 1802 verwerft Denis Moles Le Bailly het domein Veltem en verkoopt het een jaar later, in juli 1803, aan François Bertram - Catharina Boudeloot, grootgrondbezitter en reder uit Nieuwpoort die zich in het Brugse komt vestigen. Hij bouwt er een volledig nieuw kasteel in empirestijl - we zijn in de Napoleontische periode - en laat de plafonds beschilderen door Joseph Odevaere in 1813. Omwille van de koepel met belvédère wordt het kasteel later ‘de bolhoed’ of ‘mosterdpot’ genoemd. Naast het kasteel legt Bertram een park aan met bassins, Chinese merkwaardigheden, een rotspartij, boomgaard, serpentinevijver met bruggetjes en een tuin vol exotische planten. Het geheel wordt een bezienswaardigheid. Bertram overlijdt in 1826 in zijn kasteel Veltem. Hij was tweemaal gehuwd. Zijn oudste dochter Catherine Bertram, gehuwd met Jacques Jean Roels, erft het kasteel.

Ook zij overlijdt vroegtijdig. Na de dood van haar weduwnaar in 1846, ook in het kasteel, erven hun dochters Veltem. Vooral de ongehuwde Louise Roels verblijft er tot 1899, soms met haar zus Mathilde Roels, gehuwd met ridder Charles de Schietere de Lophem, o.a. hoofdman van de plaatselijke schuttersgilde.  

Hun dochter Gabrielle de Schietere de Lophem huwt met Fernand baron de Séjournet de Rameignies en neemt het kasteel over in 1905. In 1917 wordt ‘mme de Séjournet’, dan blijkbaar weduwe, eigenares genoemd, maar ook ‘Le Bailly’. Het kasteel is blijkbaar niet bewoond en ook al wordt het in 1915 ‘onbruikbaar’ voor inkwartiering van Duitse militairen genoemd, toch verblijven er in 1917 Duitse militairen. Dat zorgt voor schade aan het kasteel en het bomenbestand.

In 1919 komt het kasteel na openbare versnipperde verkoop in het bezit van boomkweker Gustaaf Adolf Van Canneyt (°1865-1940) - Emma Van Hauwaert (°1869) uit Gits. De Boomkwekerstraat zou naar zijn bedrijf zijn genoemd.

 

Tijdens WO II bezetten opnieuw Duitse militairen het kasteel, nu met meer respect, maar ze rooien meer dan 3700 bomen. Kort na de bevrijding door de Canadezen, september 1944, wordt het kasteel tijdelijk een  TTR-communicatiecentrum van de geallieerden, verboden terrein voor onbevoegden.

In 1945 gaat de zoon van Gustaaf, Julien Van Canneyt (1895-1948), een befaamd oogarts en hoogleraar, met zijn zus Maria Vancanneyt (°1894) in Veltem wonen. Hij sticht een oogkliniek in het kasteel van Moerkerke, dat ook eigendom is van de familie. Helaas overlijdt hij onverwacht bij een treinongeval in Spanje in 1948.

Zijn zus Maria staat minstens van 1931 tot 1964 gedomicilieerd op het adres Veltemweg 35. Veltem werd vorige eeuw in de volksmond 'kasteel van den haring' en 'het haringbos' genoemd, volgens een  hardnekkige overtuiging omdat zij veel haring kocht en at, wat eigenlijk 'arme-mensenkost' was.

Het kasteel raakt echter zodanig in verval dat de familie Van Canneyt in 1966 besluit alles te verkopen. De verkaveling begint. Een stuk openbare ruimte wordt behouden voor recreatie. Het vervallen kasteel wordt gesloopt in 1969-1970.

Eind 1970 komt op de kasteelsite het intercommunale zwembad Interbad. Het kasteelpark blijft gelukkig grotendeels behouden. In 1972 koopt Stad Brugge daarvan 8 ha ter bescherming van Veltembos en in 2020 nog eens 2,3 ha aangrenzende grond aan de familie Steevens, samen met de hoeve. In 2022 en 2023 wordt het Park Steevens voorzien van verharde en verlichte wandel- en fietspaden en een vlonderpad, zodat het geheel opnieuw een recreatief groen geheel vormt. Op 16 juni 2023 wordt Park Steevens officieel geopend door burgemeester De fauw en schepen Van Volcem.

In het Veltembos bevindt zich een uitdagende stomp aarde en stenen, eigenlijk een omwille van de veiligheid opgevulde ruïne van een oud ‘folietje’: een constructie in Chinese stijl in de tuin van het kasteel, opgebouwd uit veldstenen van de in 1799 door de Franse Revolutie gesloopte Sint-Donaaskathedraal. Het werd in 1869 beschreven als ‘sierlijke en wijduitgestrekte rotse met gangen en trappen, lusthuizekens en verdere toebehoorten’. Dat was in de jaren 1970 nog herkenbaar als een hoge ruïne waarin je kon spelen. Het water er vlakbij is een restant van de walgracht. (foto collectie WHSK)

◄  In 1970 vinden arbeiders bij de afbraak van het kasteel Veltem een fles met daarin dit briefje. De fles was in 1875 ingemetseld in de sokkel van een leeuw voor het kasteel. Een soort tijdscapsule dus. Magda Steevens schonk het in juli 2003 aan de Werkgroep Geschiedenis Sint-Kruis. De tekst luidt: “In het jaar 1875, in de Maand Maart, is (..?..)werk, afgebroken en herplaatst door L(ouis?) Meeuws, (marber steenhouwer?) en zijn knecht Pieter Sercu, beide te Brugge. Met de volgende werklieden Louis De Boufsemaker en zoon Edward, metsers te Sijsele, August Van Haeren, timmerman te Sint-Kruis, Alphonce Van Hollebeke, hovenier op dit kasteel, Joannes D’Hollanders, Albertus Lamote, Stephanus Pollet en zoon Charles Pollet, werklieden op dit kasteel en Juffrouw Louise Roels, eigenaarster dezes kasteels. Sint-Kruis den 14 (maart) 1875.” 

▲  Al of niet bewust doet de in 2023 aangelegde siervijver met vlonderpad denken aan de serpentinevijver van Bertrams kasteel. (Foto EC mei 2023)

 

Meer info:

  • https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/77526
  • Beernaert Brigittte & Cardinael Patrick (2011) Brugge natuurlijk, natuurparken in Brugge Rand, p. 86-88. (WHSK-bibliotheeknummer 8).
  • Cafmeyer Magda (1970), Sint-Kruis oud en nieuw, p. 41.
  • Callewaert Dirk (2017) Langs de Maalse Steenweg. Leven, wonen en werken in de veranderende omgeving van een Brugse uitvalsweg,  p.104-114. (WHSK-bibliotheeknummer 87)
  • Cornilly Jeroen, (2007) ‘Kastelen in het Brugse ommeland’, In de Steigers, jg.14, nr. 3, p. 87-96. (WHSK-bibliotheeknummer tijdschriftartikels 7).
  • De Queecker Maarten (2003), Het domein Veltem en zijn kasteel,
  • De Witte Wouter, (2023, april) ‘Mijnheer Frans Bertram wandelingen’. Het verdwenen kasteeldomein ‘Veltem’ in Sint-Kruis (1803-1969)’, in Brugs Ommeland, jg. 63, nr. 1, p. 21-36.
  • D’hondt Jan , Kunstschilder Odevaere en het Kasteel Veltem nabij Brugge (Stadsarchief Brugge, Modern archief, Onderwijs, XIIIb).
  • Duyck René (1989) ‘De St.-Donaaskathedraalgrot in St.Kruis’, in Brugge die Scone’, jaarboek 10, nr. 1, p. 13.
  • Gerrits J  (1996) ‘Ijskelders’ in Ons Heem, jg. 50, nr. 3, p. 155.
  • Lambert Ann (2017) ‘Felthem, situering van een Germaans domein in Assebroek’, in Arsbroek jaarboek 34, p. 180-196.
  • Roose Marc (2020), ‘Veltem in Assebroek en Veltem in Sint-Kruis’, in Arsbroek, jaarboek 37, p. 70 - 114.
  • Verbeke Martin (1990), ‘Bijdrage tot de geschiedenis van Veltem in Arsbroek, jaarboek 7, p. 5 -19.