Kermis 2022: Wie was da? Straten en pleinen genoemd naar bijzondere lokale figuren uit Sint-Kruis


Meer dan 450 bezoekers verdiepten zich geïnteresseerd in de historiek van hun straat en naar de persoon naar wie die vernoemd werd. Sommigen brachten zelfs aanvullend materiaal of informatie mee. Originele documenten en realia, zoals bouwaanvragen en verkavelingsplannen, kaarten, foto's, munten, obiits, enz... illustreerden de verhalen. 

Bezoekers maakten kennis met het oeuvre van heem- en volkskundige Magda Cafmeyer (1899-1983) en met de boeken- en muntenverzamelaar Marcus Laurin (1525-1581) die het buitengoed Blauwkasteel bezat.

Twee straten dragen de naam van schepenen: grootgrondbezitter Julius Dooghe (1855-1917) werd een eerste lokale projectontwikkelaar in de wijk De Dampoort en van molenaar en Leopold Debruyne (1843-1921) bestaat nog steeds zijn molenaarswoning uit 1905 in de Schaakstraat. Zijn grond tussen de Schaakstraat en de Akkerstraat is in de jaren 1960 verkaveld door zijn nazaten. Leopolds moeilijkste dag was op Heilig Bloeddag 1916: die bewuste 8 mei moest hij als eerste schepen aanwezig zijn bij de executie van Jules Delaplace (1867-1916), naar wie de vroegere Klokstraat is genoemd. De rijkswachter was door de Duitse bezetter  ter dood veroordeeld.

Wil je meer weten? Klik dan op het straatnaambordje...

Beroemde Malenaars

Twee adellijke families zijn vereeuwigd in straatnamen: het plein voor de kerk van Male naar de familie de Peellaert, bewoners van het kasteel De Vijvers. Uit hun kasteel en kapel komen enkele merkwaardige kunstwerken die zij schonken aan de parochiekerk. Een straat is genoemd naar de Maleingreau d’ Hembise, bewoners van het kasteel Puidenbroek. Zij lieten hun grond in de jaren 1920-1950 verkavelen tot de residentiële wijk ‘De Linde’ in Male. Een  niet volledig uitgevoerd verkavelingsplan uit 1951 kreeg zeer veel aandacht. Aankoopakten uit de jaren 1950 illustreerden op een concrete manier de verkaveling. 

Het kasteel van Male kende enkele bewoners naar wie vier straatnamen verwijzen. Graaf Lodewijk van Male († 1384) en zijn dochter Margareta van Vlaanderen (1350—1405) zijn in het kasteel van Male geboren. Zijn dochter huwde met Filips de Stoute, waardoor Vlaanderen Bourgondisch werd. Lodewijk zelf was gehuwd met Margaretha van Brabant (1323-1380)Naar haar zal de omstreden aankomende verkaveling op gronden van boer Vandierendonck worden genoemd.

De schatrijke Spanjaard Lopez Gallo († 1571) hielp na hen zijn hertog Filips II aan extra geld door van hem het kasteel van Male met toebehorende gronden te kopen. Hij knapte het kasteel op. Door zijn titel van baron werd Male een baronie.   

Twee merkwaardige testamenten

In zijn testament schonk kanunnik Karel Duhamel (1718-1810), mede-eigenaar van de omwalde hoeve Avignon langs de Pijpeweg, het omwalde erf en de omliggende gronden aan de Sint-Kruise Armendis (OCMW, nu Mintus). Een laan in dat stuk Malehoekverkaveling draagt zijn naam.  

Een andere testamentaire wil is die van Petronilla van Outryve (1748-1814). Zij betaalde voor eeuwige zielenmissen voor vier personen, waaronder zijzelf en haar ongehuwde metgezel Valentin Jacoby. Zij was gescheiden en leefde met hem samen in het kasteel Rooighem, waar hij overleed. Jacoby was een tijd burgemeester van Sint-Kruis.

Vijf personen naar wie ook straten zijn genoemd  hebben nooit in Sint-Kruis gewoond. Daarom - ook al omwille van de beperkte expositieruimte - kregen zij slechts beperkte aandacht: dokter Zamenhof (1859-1917) is de uitdenker van de taal Esperanto, de prinsen Albert (1875-1934) en Leopold (1901-1983) werden later Belgische koningen, de schilder Karel van Mander (1548-1606) gaf een merkwaardig boek over Vlaamse schilderkunst uit en kanunnik Alberic Decoene (1881-1958) bekwam dat Male een zelfstandige parochie werd, maar woonde zelf in Assebroek.