ADOLPHE ALPHONSE GOUPY DE BEAUVOLERS, grondbezitter, vierde burgemeester van Sint-Kruis (1830-1847), jonkheer

Brussel 4 juli 1796 - Sint-Joost-ten-Node 22 maart 1869


◄   

Adolphe Goupy de Beauvolers senior (1843) als nieuwe hoofdman van de Sint-Kruise schuttersgilde Vrije Archiers van  Sint-Sebastiaen, geschilderd door E. Walleys. (118 x 92, 5 cm, collectie schuttersgilde).

Adolphe Alphonse François Hubert werd geboren in Brussel op 4 juli 1796. “De Goupy’s waren afkomstig van Brussel waar vader Joseph Goupy (1769-1827) na een militaire loopbaan, in 1822 met een adellijke titel bekroond werd. Dit liet hem en zijn kinderen toe voortaan als Goupy de Beauvolers door het leven te gaan. De moeder van Adolphe was Marie-Claire le Roy, Dame van Beauvolers (1773-1798). Beauvolers was een domein dat door Adolphes moeder in het familiepatrimonium was ingebracht.” (1) 

 

 

Adolphe huwde te Brugge op 3 juni 1822 met Adelia van Outryve d’Ydewalle (1798-1828), de dochter van Emmanuel-Louis van Outryve d’Ydewalle, uit een eveneens jonge adellijke familie in het Brugse. Dit huwelijk bracht Adolphe naar Brugge, waar het jonge koppel aanvankelijk in de Brugse binnenstad woonde: minstens van 1823 tot 1826 op de Bloemenmarkt, in 1828 langs de Dijver, aansluitend in de Vlamingstraat 58 (huis De Gouden Poort) en in 1866 in de Kuipersstraat. Ze kregen drie dochters en een zoon. Zijn vrouw Adèle overleed amper zes jaar na het huwelijk, in 1828. Ze werd slechts dertig jaar en liet een weduwnaar met vier jonge kinderen na.

 

◄  Weduwnaar Adophe Alphonce Goupy de Beauvolers met zijn vier kinderen in 1832. De betreurde moeder Adèle wordt afgebeeld op een schilderij linksboven achter hen. Zij is dan vier jaar overleden. Bij hun vader staan links van hem de elfjarige Gabrielle (°20 september 1823) en rechts de zevenjarige zoon Adolphe Emmanuel Louis (°2 juni 1825) met een boekje in zijn hand. Twee andere dochters zitten gehurkt met wat speelgoed (een naaimandje, een pop en een batmintonracket met pluimpje): de zesjarige Stephanie (°20 juli 1826) en de vierjarige Hortence (°15 januari 1828). Schilderij door A. Wulffaert, 1932. (Met dank overgenomen uit Le Parchemin, 19, 1972)

Dochter Gabrielle huwde op 13 februari 1844 in Sint-Kruis met baron Fréderic van Zuylen van Neyvelt en overleed op 30 december 1895 in de Hoogstraat te Brugge. Stephanie huwde op 20 juli 1846 in Sint-Kruis met Dieudonné Henri de l’Epine en Hortence op 30 juni 1857 te Brugge met Marc Charles graaf le Clerc de Bussy.

Adolphe Emmanuel Louis junior de Goupy de Beauvolers ging aanvankelijk in diplomatieke dienst, om zich vervolgens politiek te engageren, eerst in Brugge, vanaf 1879 als provinciegouverneur van Limburg. Hij woonde bij de geboorte van zijn zoon Armand in 1855 en van zijn dochter Albine in 1856 in de Vlamingstraat in Brugge en was gehuwd met Idalie Julie Rotsaert de Hertaing. Zij verlieten Brugge in 1876.

Grondbezitter en agronoom

 

Ludo Vandamme schrijft: “Adolphe Goupy de Beauvolers bezat in 1841 65,97 hectare in Sint-Kruis. Hij was er toen de derde grootste grondbezitter, na baron de Coullemont (135 ha) en douairière (=adellijke weduwe) van Jan Karel de Carnin de Staden (86 ha). Goupy bouwde in de jaren 1830 zijn landgoed in Sint-Kruis weloverwogen uit; er vallen minstens vier fases te onderscheiden. Hij richtte zich op hoeven en akkerland, eerder dan op bos en parkgebied. Goupy was immers bijzonder gefascineerd door land- en tuinbouw en door sierteelt. Eerst verwierf hij de grote hoeve Bouchoute met 40 hectare landbouwland en wat bos, gelegen ten zuiden van de Vossensteert en nadien vooral grond tussen de Brieversweg en de Maalse SteenwegOp de grote kasteelsite van Puienbroek kocht hij toen een klein woonhuis, wellicht zijn voorlopige uitvalsbasis."

"In een tweede fase werd een tweede hoeve aangekocht, vandaag het huis Kastanjelaan 2-4, met het bijhorende land (nu de wijk Kastanjelaan-Eikenberg). In een derde fase verwierf hij het kasteeldomein Puienbroek met de imposante walgrachten en het aansluitende bosgebied (palend aan Doornhut tot aan Brieversweg). In een laatste fase kocht hij het eigenlijke kasteel Puienbroek. Adolf Goupy verbouwde dit kasteel grondig en het werd het vaste verblijf van de familie.”

“De botanische belangstelling van Goupy leidde er tot een grote siertuin; zelf participeerde hij als lid van de Brugse vereniging van hofbouw aan de jaarlijkse tentoonstellingen waarbij uitzonderlijke bloemen en planten werden geëxposeerd.

Enkele hectare aansluitend op het kasteel werden als park aangelegd en uitgebaat. In de hoeve Bouchoute zette hij een jeneverstokerij op. Elke gemeente telde in die jaren wel één of meer vaak kleinschalige stokerijen op boerderijen voor lokaal of regionaal gebruik. En het hof van Sijsele, een grote hoeve met landerijen die hij in deze gemeente verwierf, liet hij als een modelboerderij uitbaten. Fier leidde hij in 1848 de Franse agronoom Conrad de Gourcy, op studiereis in België, op dit bedrijf rond. Ook hier was een stokerij in productie.“ (1)

In het kasteel Puienbroek woonde volgens de volkstelling van 1846 een negental personen bij het gezin: gouvernante Julie Raisessant de Montigny (°1796), twee kamermeisjes, een huisknecht en een huishoudster, een kok en kokkin en een tuinman en zijn vrouw. In 1858 verkocht Goupy zijn domein aan het echtpaar Emile Antoine de Maleingreau d’ Hembise – Leonie Walburga baronnes de Peellaert van het nabijgelegen kasteel De Vijvers.  

Burgemeester Goupy de Beauvolers

 

Omwille van het ontslag van burgemeester Van Cleemput sinds de onafhankelijkheid van België, werd Goupy de Beauvolers in 1830 de vierde burgemeester van Sint-Kruis. Hij zat op 16 november 1830 voor het eerst als burgemeester de gemeenteraad van Sint-Kruis voor. Goupy had het vijftien jaar later met zijn gemeenteraad niet voor de boeg omwille van de hongerjaren die toen in Vlaanderen uitbraken. In 1845 was door klimatologische omstandigheden zowel de oogst van aardappelen, rogge als tarwe meer dan de helft lager; de strenge winter van 1844-‘45 vernietigde het koolzaad; in de zomer van 1846 ‘verbrandde’ 2/3 van de rogge door ‘zwarte roest’, heerste een muizenplaag en sloeg een aardappelschimmel toe. Liefst 75 gezinnen van Sint-Kruis klopten in 1846 aan voor steun bij het Armenbestuur. Anderen konden hun huur niet meer betalen en werden ondergebracht in het Armenhuis Avignon. Veel te veel om goed te zijn. IJlings werd een barak bijgebouwd. Toen brak tyfus uit. De gemeenteraadsverslagen van 1847 tot 1849 vermelden voor Sint-Kruis 337 behoeftigen, een zesde van de bevolking. De Bie en zijn team organiseerden in januari 1847 een solidariteitscampagne bij de begoede bevolking. Twee grondbezitters lieten dat jaar bosgrond in Male omzetten tot akker.

 

Van den Abeele schrijft: “Of Goupy in 1847 goedschiks of kwaadschiks het burgemeesterschap vaarwel zegde, is niet te zeggen. Op 8 september 1847 zat hij voor het laatst een gemeenteraadszitting voor en op 30 oktober tekende hij voor het laatst de gemeentelijke briefwisseling. Zijn eerste schepen Joseph Hoste was toen een paar weken dienstdoende burgemeester, maar op I5 november was Amedée Visart al in functie.” (2)

 

Goupy werd in 1830 lid van de Sint-Kruise schuttersgilde Vrije Archiers van Maria Theresia (later ‘van Mynheere Sint-Sebastiaen van Sint-Kruis’ genoemd) en was er hoofdman van 1834 tot 1858, jaar waarin hij uit Sint-Kruis verhuist. Zijn gelijknamige zoon, Adolphe Goupy de Beauvolers junior (1825-­1894) was ook lid van die schuttersgilde en volgde zijn vader op als hoofdman van 1858 tot 1881. Daarna verhuist ook hij uit Sint-Kruis en wordt in 1869 gouverneur van Limburg.

 

Op het einde van zijn leven werd vader Adolpe Goupy ziek. Hij verkoos zijn oude dag in zijn geboortestad Brussel door te brengen. Hij overleed in Sint­-Joost-ten-Node op 22 maart 1869.

Zoon Adolphe Goupy de Beauvolers junior in 1865 als hoofdman van de schuttersgilde Vrije Archiers van Sint-Sebastiaen Sint-Kruis (126 x 96,5 cm), geschilderd door L. Leclercq, schilderijenkabinet schuttersgilde. Hij wordt later gouverneur van Limburg van 1869 tot 1894.

 

Eric Colenbier, juli 2023

 

(1) Ludo Vandamme (2019), Sint-Kruis. Een landelijk dorp in de jaren 1800. Publicatie van onze Werkgroep Heemkunde Sint-Kruis, p. 136-139.

(2) Andries Van den Abeele (2011), ‘De twaalf burgemeesters van Sint-Kruis’ in Brugs Ommeland, jg. 2011, nr. 4, p. 195-217; zie ook zijn wikipediapagina,