ERNEST VANDEVYVERE   stadsgids en heemkundige

Oudenaarde 14 december 1933-Sint-Kruis 24 april 2020


Ernest is in Oudenaarde geboren op 14 december 1933 als jongste van tien kinderen. Het gezin woonde in de Baarstraat.  Zijn vader was kunstschilder en artistiek leraar.

Ernest verhuisde naar Sint-Kruis vanwege zijn beroep: hij bekleedde namelijk als ingenieur een kaderfunctie binnen de waterdienst TMVW (Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Waterverdeling, nu Farys). Hij was gehuwd met Andrée Bouckaert (°1938) en  ging in het conciërgehuis in de Schaakstraat 100 wonen, letterlijk ‘onder de watertoren’. Ze kregen drie kinderen: Isabelle, Eddy en Désirée. Eenmaal op pensioen verhuisde hij naar de Invalidenstraat 70, waar hij overleed op 24 april 2020.

Vanuit zijn historische interesse werd hij naderhand stadsgids en koos in 1983 als onderwerp voor zijn proefschrift ‘Watervoorziening te Brugge van de 13de tot de 20ste eeuw’ (404 p).  Het werd gepubliceerd door de Koninklijke Gidsenbond van Brugge en West-Vlaanderen en is een standaardwerk geworden dat nog geregeld wordt geraadpleegd. Daarnaast legde hij een merkwaardig rijke collectie postkaarten over Brugge aan met daarop publieke of particuliere waterpompen.

Ernest ontpopte zich tot een deskundig onderzoeker met sterke kennis van paleografie. Er verschenen artikels van zijn hand in ons tijdschrift Brugs Ommeland, meestal met een link naar waterbedeling, bv. over de watertoren langs de Gentpoortvest en de invoering van kraantjeswater tijdens het interbellum (2012, nr. 3), over restanten van oude watervoorzieningen in het Brugse (2015, nr. 3), over de situering van de Brugse vijver in Sint-Andries die de stad van drinkwater moest voorzien (2012, nr. 2) en over het Zwart Huis in de Carmersstraat (2013, nr. 1). In Biekorf, jg. 112 (2012) nr. 2 schreef hij het artikel “Het Waterhuis in Brugge: vernuft en vermaak”.  

Als vrijwilliger bij Levend Archief en de Vriendenkring van het Brugse Stadsarchief ontsloot hij een kwarteeuw lang registers van de Zestendelen en het oud kadaster. In de parochie Sint-Kruis was hij jarenlang vormselcatechist, lector en acoliet bij begrafenissen. Voor zijn gedachtenisprentje schreef hij “Nu is mijn leven voltooid, de talenten zijn verworven, de gezangen zijn verstild, de gebeden zijn opgezegd. De eeuwigheid heeft haar intrede gedaan.”

Hoewel Ernest zelf geen artistieke talenten had geërfd, ging hij er prat op te behoren tot een bijzondere kunstenaarsfamilie. Hij verloor op vroege leeftijd zijn vader, de befaamde landsschapkunstschilder Edmond Van de Vyvere (1880-1950), wiens familienaam dus gewijzigd is. Zijn vader was vanaf 1922 ook leraar stijlleer en meubeltekenen en ontwierp ook beeldhouwwerken en praalwagens. Ernest beschreef de biografie van zijn vader in een brochure naar aanleiding van een retrospectieve tentoonstelling in de lakenhalle van Oudenaarde in 2006: Edmond Van de Vyvere 1880-1950. Schilderijen, grafisch werk en foto's, uitgegeven door de stad Oudenaarde. Meerdere andere zonen en kleinkinderen van Edmond waren of zijn tekenaars, schilders of aquarellisten, zoals Jules, Emile en Octaaf.  Ernest erfde wel de interesse voor cultuur en had daarover een rijke boekencollectie.

(Eric Colenbier, september 2023; bronnen o.a. Jan D’hondt in Brugs Ommeland, juni 2020, nr. 2, p. 133-134, de familie Vandevyvere en de brochure over Edmond Van de Vyvere)