Kasteel Warrem


Polderstraat 64-66 (voorheen Brouck 38 en Polderstraat 70)

Rita Bossuyt en Eric Colenbier (2023)

Het kasteel ‘Warrem’ kent een lange geschiedenis. Het bewoonde stuk lag oorspronkelijk voornamelijk buiten de Brugse Paallanden, op grondgebied van heerlijkheid Sint-Donaas. Doordat een paalsteen vlak bij de overburen stond, bij herberg ‘t Zwart Huis, liep de grens van de Paallanden door het domein. De boomgaard lag binnen de Paallanden. De site Warrem moet er reeds geweest zijn voor de vijftiende eeuw, misschien zelfs in de 13de eeuw en lag binnen de hoek van de 'Damsche heerweg' (nu Polderstraat) met de 'Leegeweg' (nu Aardenburgse Weg).

In de 15de eeuw is ‘Waerhem’ eigendom van de Brugse patriciërsfamilie van Nieuwenhove. Zij verkopen het op het einde van de 15de eeuw aan de Brugse zakenman Oste de Lescluse. De familie gebruikt het opperhof als buitengoed en verhuurt de kasteelhoeve.  In een verhuurakte van 1535 is al sprake van ‘t goet te Waerhem’ , ca 21 ha groot, beschreven met een opper- en een neerhof met omwalling. In 1543 overlijdt de Lescluse.

De drie kinderen uit zijn eerste huwelijk erven Warhem. Zij verkopen of verhuren het aan een zekere Franciscus Bansaen. De volgende bezitter is Jacques Lucas. Die is gehuwd is met Isabeau de Lescluse, een halfzus van de drie kinderen. Jacques Lucas is ontvanger van de Spijker in Brugge en was raadslid in het schepencollege. Na hun dood erft hun dochter Catherine Lucas Warrem. Zij is gehuwd met Frans vande Voorde, o.a. sluismeester van de Watering van de Broek, waarvan Warrem voor een stukje deel uitmaakt. Na het overlijden van zijn vrouw Catherine wordt hij samen met hun twee kinderen eigenaar.

▼ Op dit fragment van de Kaart van het Brugse van Jacob Deventer (1558) staat even buiten het centrum van Sint-Kruis  het domein Warrem getekend langs de Polderstraat.

▲   Het omwalde kasteel Warrem staat afgebeeld op Pieter Pourbus’ Kaart van de Wateringen van de Brouck en Moerkerke-Zuid-over-Leie (1574, SAB). Zowel neerhof als opperhof zijn duidelijk telkens omwald. De letter P verwijst naar de paalsteen bij herberg ‘t Zwart Huis. 

▲  Fragment uit de Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Claeissens de Jonge uit 1597. Daarop is duidelijk te zien hoe de rode grenslijn van de Paallanden dwars door het domein Warrem loopt. De letters P verwijzen naar paalstenen: een bij herberg Zwart Huis en naar het zuiden toe een bij herberg De Smul en een derdebij herberg Sint-Hubrecht. Linksboven liggen het kartuizerklooster Genadedal en het Blauwkasteel. De kaart is noord-georiënteerd.

▲   Eenzelfde fragment uit de in 1750 op papier stilistisch nagetekende kopie door landmeter Donaat Segers (privécollectie).  

Volgens de Ommeloper van de Paallanden (1562, met aanvullende notities uit 1752 en 1765) bezit meester Emmanuel vande Voorde het goed in 1562.  Warrem blijft heel de 17de eeuw eigendom van de familie vande Voorde. De hoeve wordt voor telkens zes jaar verhuurd. Pachter Pieter Allaert moet begin 17de eeuw een schuur en stalling bouwen en in 1610 wordt het schaliedak hersteld.

Op de Kaart van de Brugse Paallanden (Jan Lobbrecht,1690, Musea Brugge, foto EC, 2010) is duidelijk te zien dat het goed Warrem en herberg Zwart Huijs aan de overkant van de Damse Weg (=Polderstraat) liggen, buiten het Brugse gebied. De rode kleur geeft het gebied van de heerlijkheid Sint-Donaas weer.            

Vanaf het einde van de 17e eeuw is Warrem eigendom van meerdere generaties van de familie de Vooght: in 1696 van Petrus, in 1714 van zijn zoon Charles, schepen van het Brugse Vrije en in 1722, via openbare verkoop, van kanunnik Erasmus Jan de Vooght die in 1729 overlijdt. Daardoor erven vier neven gezamenlijk Warrem: Emanuel (kanunnik aan de O.-L.-Vrouwekerk), Jan (schepen stad Oostende), Karel (kanunnik van Torhout) en Frans (raadslid stad Brugge). Het bezit wordt in september 1741 opgesplitst in twee delen: het kasteel met zijn bakstenen trappentoren en boomgaard enerzijds en de omliggende gronden anderzijds. 

In 1741 koopt Anna-Maria de la Villette het kasteelgoed, ondertussen 27 ha groot. Zij blijft ongehuwd en woont er met haar hovenier Cornelis Herreboudt. Ze laat het kasteel helemaal opknappen en verkoopt het na meer dan 45 jaar, eind maart 1787, aan tuinier Joseph Blomme, wiens vader Pieter reeds in 1752 de gronden bezat en bewerkte. Joseph is eerst gehuwd met Isabella Vanden Berghe en nadien met Isabella Vandewalle.  De familie Blomme maakt er een tuinbouwbedrijf van. Zij verkopen in 1810 ‘une maison de campagne, dite le château de Warrenaan rentenierster Therese van Ophoven (1757-1831). Zij was sinds 1809 voor de derde maal weduwe: eerst gehuwd met rentenier Joannes Cobrysse, dan met Jacobus Fourbisseur en tenslotte in 1801 met Alexandre de Nave (+1809). Zij woonde sinds 1790 in de Langestraat, waar ze ook overleed en beschouwde Warrem dus als buitenverblijf.

►   

Toestand in 1809 volgens het Frans Kadasterplan Sint-Kruis, kaart sectie F2 (SAB). Gemeentesecretaris Van Kersschaever schreef er in 1893 in potlood de naam van eigenaar De Foere bij.

Nadien volgen de eigenaars elkaar snel op: in 1833 (of 1843?) rentenier Josephus Anthierens (1768-1848), in 1802 gehuwd met rentenierster Angeline Seruwelle (1769-1839), beiden wonend in de Oude Burg. Ook zij zien Warrem als buitengoed. Na het overlijden van Anthierens komt het in 1849 in het bezit van de Oostendse scheepsreder en zeehandelaar François de Rudder, gehuwd met Clemence De Ghens. Het koppel verhuist in 1850 naar Sint-Kruis met hun zes kinderen en een knecht. Het zevende wordt er geboren, maar eind 1851 verhuizen ze opnieuw naar Brugge. Helaas overlijdt François in 1854.

Weduwe Clemence verkoopt Warrem dan maar aan het echtpaar Jacobus Troffaes - Amelie van Hoorne, grondeigenaars. Het koppel woont er tot 1864, verhuist dan en verkoopt het landgoed in februari 1867 aan hun neef Augustin de Foere, gehuwd met Gabrielle van de Hende. Augustin de Foere is nog student. In 1872 wordt hun dochter er geboren. Ze verhuizen in 1876 naar Brugge en zien Warrem als tweede verblijfplaats. Omdat het kasteel lange tijd, zo’n 37 jaar, familiebezit van de Foere is, spreekt men in Sint-Kruis lange tijd van ‘Foeres kasteel’. Het was een woning met hoge kadastrale waarde.

In 1903 wordt kanunnik Alphonse Demeester, de latere directeur van Spermalie, de nieuwe eigenaar. Hij geeft er tot 1913 onderdak aan  kanunnikessen van de Heilige Augustinus die gevlucht waren uit het Franse Moulins. Hij verkoopt Warrem nadien aan Joseph De Meester die er gaat wonen. Die man krijgt tijdens WO I ongewenst gezelschap van Duitse Fuhrparkkolonne-officieren.

Na de oorlog, in april 1920, koopt advocaat Jozef Albert Dautricourt (1879-1951), in 1906 gehuwd met Agnes Hoornaert (1883-1950), Warrem. Hij laat het kasteel grondig verbouwen door de Brugse architect Alphonse De Pauw. Hij overlijdt in zijn kasteel Warren in 1951 als weduwnaar.

 

▲   De postkaart toont het kasteel na de verbouwing van 1920. Het was toen eigendom van de familie Dautricourt, op de postkaart verkeerd gespeld als d’ Autricourt. Rechts is goed de uitbreiding van het kasteel te zien.

 

Na het overlijden van Dautricourt wordt het kasteel Warrem in 1952 eigendom van vastgoedmakelaar Jean Valère vander Plancke (1910 - 1996), doctor in de rechten, die het in 1952 meteen nog eens laat verbouwen, ditmaal door de gekende architect Léon Ide uit De Haan. Alle vensteropeningen worden eenvormig gemaakt aan die uit 1920 en er komen zandstenen deuromlijstingen. De garage wordt toegevoegd. Sindsdien zijn de gevels wit geschilderd en hangen er halve luiken aan de vensters. Aan de Polderstraat ligt een gekasseid bruggetje met witgeschilderde bakstenen balustrade over de omwalling met daarboven een bakstenen portiek onder een leien zadeldak.

Jean vander Plancke is afkomstig uit Oostkamp en bewoonde voordien met Marthe Vandevelde (1911-1996) kasteel Erkegem in Oostkamp. Jean en Marthe bewonen Warrem tot 1971. Ondertussen is er een naamwijziging gebeurd: Warrem werd Warren gespeld, waardoor ook de nabijgelegen straat nu Warrenplein heet en niet Warremplein.

In 1972 koopt Fernand Vanden Broele (1929-2008) het landgoed Warren  en woont er met zijn vrouw Marie Pierre Franck (°1943) tot aan zijn overlijden in juni 2008. Hij is directeur van de Gistfabriek van 1977 tot 1988, maar ook Brugs  gemeenteraadslid en van 1989 tot 2000 schepen van Financiën.

In 2009 kopen huisartsen Mike Cool en Barbara Collard het kasteel Warren. Ze vestigen er datzelfde jaar de maatschappelijke zetel van de BVBA  Dr. Cool - Dr. Collard en laten het kasteel restaureren in 2010.                                                                   

 

▲ ▲   Huidige toestand van Warren. (foto's  ©Michel Van den Brande en Monique Depraetere)

Meer info:

  • https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/77479
  • Beernaert Brigitte en D’hondt Jan (1996), ‘Het Kasteel Warren, meer dan vijf eeuwen geschiedenis’, Dienst Monumentenzorg, Stadsarchief.
  • Cafmeyer Magda (1970): Sint-Kruis oud en nieuw, p. 45.
  • Callewaert Dirk (2020), Langs de Moerkerkse Steenweg, p. 175-178. (WHSK-bibliotheeknummer 221)
  • Cornilly Jeroen, (2007) ‘Kastelen in het Brugse ommeland’, In de Steigers, jg.14, nr. 3, p. 87-96. (WHSK-bibliotheeknummer tijdschriftartikels 7).
  • Rotsaert, Koen (2008), ‘ Franse religieuzen op het kasteel Warren te Sint-Kruis’, in Brugs Ommeland, nr. 4, p. 214.
  • Vande Water, Thibaut (2016),’ Studie van een historisch gebouw: het kasteel Warren’, in zijn Geïntegreerde Proef 7de jaar Restauratie, VTI Brugge, schooljaar 2015-2016, p. 64 - 74. (kopie in WHSK-collectie)
  • Notities door Felix Verstraete, pastoor van Sint-Kruis van 1867 tot 1893, over de eigendomsgeschiedenis van Warrem  (Archief Kerkfabriek H.- Kruisverheffing).