Van militair oefenveld tot marinekazerne

Eric Colenbier (30 maart 2024)


1. Frans, Nederlands en Belgisch oefenveld (1827-1944)

Tussen de Brieversweg en de Maalse Steenweg bevindt zich reeds ongeveer tweehonderd jaar een militair exercitiedomein. Het gebied strekte zich uit van het huidige fietspad langs de parkingafsluiting van de Marinekazerne nabij de Bel & Bo tot bijna aan de Doornhut. Vandaag bevinden zich op dat terrein de parking en de gebouwen van de kazerne, de kilometerlange rij warenhuizen met o.a. Beter Bed Brugge, Dierenzaak Tom & Co, De Standaard Boekhandel, Kruidvat,  Huishoudzaak Vandenborre, Dumpi Mart, Bloemenhal, Allego, Media Mart, Carrefour, Brico, Quick, de tankstations Power Oil en Maes en een sociale verkaveling achter de Carrefour. 

Brugge was sinds de Oostenrijkse tijd een garnizoensstad. De Poermolenkazerne op de hoek van de Langestraat en de Vuldersstraat werd reeds in 1742 gebouwd en in 1783 uitgebreid door de wet van keizer Jozef II die ‘nutteloze’ kloosters liet opheffen. Zo werd het kartuizerklooster in Brugge omgevormd tot o.a. een militair hospitaal. In de Franse tijd, vanaf 1794, nam een Frans garnizoen er intrek. Langs de Kruisvest (Peterseliestraat) kwam in 1835 een tweede kazerne. Die deed dienst tot 1965 en heette vanaf 1953 ‘Kazerne Knapen’.

Als oefenveld gebruikten de Franse militairen vanaf 1827 een zanderig gebied langs de Maalse Steenweg (Antwerpse Heirweg) in Sint-Kruis. Dit gebeurde in overeenstemming met een keizerlijk decreet van Napoleon van 15 oktober 1810. Elke garnizoensstad moest een oefenveld hebben. De strook grond werd gepacht aan de Commissie der Burgerlijke Godshuizen van Brugge - nu OCMW of Mintus - die sinds de Franse Revolutie de eigendommen van de religieuze instellingen Magdalenagodshuis en de dis van Sint-Kruis hadden overgenomen.

2. Hoe zag het gebied er voordien uit?

◄ Op deze kaart, in 1769 door Drübbele nagetekend van een origineel uit 1713 van landmeter Frans Verplancke, staan de percelen links van de Antwerpse Heerweg (Maalse Steenweg) vermeld als eigendom van het godshuis Magdalena (geelbruin), de ‘disch' en de 'prochie van Sint-Kruis' (wit). Rechts van de steenweg Veltem, herberg De Schrooback en bovenaan herberg De Vossensteert, beneden herberg Voormezele.  (Magdalenalandt te prochie St-Cruys, TBO, 1769, OCMW-archief, SAB).

 

Op de tweede kaart hieronder, met Sectie E uit de Franse Kadastrale Atlas van Sint-Kruis anno 1809 (privéschenking, door WHSK overgedragen aan Stadsarchief Brugge) loopt centraal de ‘Antwerpse Heerweg” (nu Maalse Steenweg). Ten noordoosten van de steenweg valt een elleboogvormig stukje bos op dat over de steenweg zuidwaarts doorloopt naar het bosdomein van het kasteel Veltem, circa 1800 als ‘zwart goed’ gekocht door de schatrijke reder Bertram die er later een kasteel in empirestijl zal bouwen. 

Al wat rechts (ten oosten) van dat L-vormig stukje bos ligt, was tot aan de Gemene Weideweg (nu Doornhut) een onbebouwd zanderig veld met landduinen en bosjes. Daarnaast lagen herberg Den Vossensteert en wat werkmanshuisjes op ‘Magdalenagrond’.  Gans dat onbebouwd gebied werd dus militair exercitieterrein.

Daar oefenden naargelang de loop van de geschiedenis Franse, Nederlandse of vanaf 1830 Belgische soldaten en ruiters. Het gebied werd langzaamaan geëffend en uitgebreid. Het had in 1904 een oppervlakte van 15,84 ha. De lansiers te paard hielden er “exercities” of oefeningen. Het moet een indrukwekkend gezicht én geluid geweest zijn om de cavalerie van de Kruispoort via de gekasseide Maalse Steenweg naar het ‘soldatenveld’ te zien rijden. Magda Cafmeyer schrijft dat dat in de 19de eeuw op woensdag gepaard ging met een muziekkorps te paard. Ongetwijfeld hadden de militairen ook veel bekijks wanneer ze op het ‘soldatenveld’ oefenden in het vechten met steekwapens of in het paraderen. We hebben daarover een geluidsopname waarin heemkundige Magda Cafmeyer dat schouwspel beschrijft.  

Het gebied bleef een schraal begroeide zandvlakte die geregeld werd omgewoeld door paarden, karren en soldatenlaarzen en -bottines. Misschien toont onderstaande foto van circa 1910 militairen die in Brugge waren gekazerneerd. Deze glasplaat werd gevonden op de zolder van voornoemde heemkundige Magda Cafmeyer en maakt sinds schenking deel uit van de WHSK-collectie. Het soldatenveld langs de Maalse Steenweg raakte in onbruik naarmate de militaire ruiterij vervangen werd door gemotoriseerde legervoertuigen. Hoewel het terrein niet echt op grondgebied Male lag, sprak men toch van ‘het soldatenveld van Male’.

3. ‘Den Tir’ van Maleveld en het vliegveld

In 1838 pachtte het Belgische leger een stuk van het Maleveld langs de Brieversweg. Daardoor konden de “schietmanoeuvres” van het zesde linieregiment op een veiliger plaats doorgaan dan op het oefenveld langs de Maalse Steenweg. 

Het leger voorzag er o.a. een vierhonderd meter lange schietbaan of ‘tir’ langs de Brieversweg. Vanaf 1859 oefende men er zelfs drie dagen per week met vier compagnies, goed voor 800 man, aldus Dirk Callewaert in Langs de Moerkerkse Steenweg, p. 344. 

Malenaars gingen nadien graag kogelhulzen rapen. Tijdens WO II werd daar een Duits reserve (schijn)vliegveld aangelegd, dat nooit echt dienst heeft gedaan. Het werd goed bewaakt… o.a. omdat het vol stond met aardappelplanten. Tijdens de bevrijdingsdagen van september 1944 werd het door de geallieerden beschoten. Daardoor werden enkele percelen in de omgeving getrakteerd op een ongewenste obus, o.a. de hoeve van kasteel Fayard en de villa van René De Pourcq. Eenmaal de Duitsers weg waren, trokken tientallen Bruggelingen en Malenaars erheen om al wat bruikbaar was te plunderen: van aardappelen tot bouwmateriaal.

4. Vliegveld van AVIA

In de jaren 1930 kwam op het effen paradeterrein nabij de Doornhut een vliegveld voor de “Brugsche Zweefvlieg Klub” of ‘Club Brugeoise d’Aviation’, vandaar de verkorte naam AVIA. Elke zondag werden er tussen 1934 en 1948, uiteraard behalve tijdens de oorlog, oefenvluchten gehouden die kijklustigen aantrok. Een auto met een lier (windas) trok de vliegtuigen de hoogte in en dan probeerden de piloten hun zweefvliegtuig zo dicht mogelijk bij de startplaats te doen landen. Langs de Doornhut hadden ze een clubhuis (nu Doornhut 66). (foto WHSK 2018)

5. Centrale militaire apotheek

Meer naar het centrum van Sint-Kruis toe werd langs de Brieversweg tot en met 1937 een complex gebruikt als depot voor de Eerste infanterie Divisie. Van 1938 tot het uitbreken van WO II werd er de Centrale Apotheek van het Belgisch Leger vanuit Antwerpen overgebracht. Dat farmaceutisch legerdepot was een soort megagrote militaire apotheek, met hoofdingang langs de Brieversweg.

De ingekleurde tekening toont de toestand van voor 1940 en is gemaakt op basis van een plan uit 1951 voor de geplande en op de kaart reeds vernoemde kazerne ‘Kwartier Ltz Billet’ (ltz = luitenant ter zee). Het grote aantal magazijnen en barakken valt op. Zijn vernoemd: een pomphuis langs de Brieversweg met een groentetuintje, er vlakbij een bakkerij en een keuken en aan de overkant burelen. Het moet een immens complex geweest zijn dat naar de Maalse Steenweg toe uitliep op onbebouwd terrein.                                                    ►

6. Duits en Belgisch Interneringskamp (1940 - 1951)

In mei 1940  viel Duitsland België binnen. De Duitsers vonden in Sint-Kruis chaotisch achtergelaten voorraadhangars. Ze gebruikten die eerst als eigen magazijnen voor materiaal van de Luftwaffe en de Kriegsmarine. Een vervoerseenheid, uitgerust met lichte vrachtauto's, had er zijn wagenpark en herstelwerkplaatsen, vertelde Jos Rondas in 1997.   Wanneer een landing in Engeland werd gepland, bouwden ze het depot in 1941 om voor eventuele internering van Engelse krijgsgevangenen. Die operatie 'Seelöwe' kwam er evenwel niet. Wel werden er in 1943, toen Italië capituleerde, een korte tijd Italiaanse soldaten opgesloten.

Na het wegtrekken van de Duitsers in september 1944 dank zij de bevrijding door de Canadezen, werd het kamp vanaf 21 september ingericht als tijdelijk interneringskamp voor honderden West-Vlamingen die al of niet terecht verdacht werden van landverraad en collaboratie. Ze wachtten er hun proces af. Sommigen bleven er slechts enkele dagen, anderen jaren.  Op zijn maximum verbleven er tot 3000 mannen en vrouwen en zelfs jongeren vanaf 16 jaar. Ze werden aanvankelijk nogal hardhandig en vernederend bewaakt door Weerstanders. Ook toeschouwers kwamen 'zwarte teven' uitjouwen. Pas na 16 oktober 1944 nam de overheid het over via het Ministerie van Justitie. Het regime werd menselijker.

▲ Aquarel circa 1944 over het interneringskamp door de Oostkampse oorlogsburgemeester Boerewaard die er verbleef. (privébezit. Jos Rondas mocht het fotograferen).

Het kamp stond vol houten barakken. Ze leken binnenin op wat we kennen van foto’s van Duitse concentratiekampen. De barakken waren voorzien van houten beddenbakken, twee meter lang en tachtig centimeter breed. Men had tachtig cm om rechtop te zitten. Aan de overkant van de Brieversweg, rechts van het Mexicostraatje dat naar De Moerkerkse Steenweg loopt, werden de militaire gebouwen gebruikt als cachot voor gestrafte gevangenen.

Jos Rondas, oud-voorzitter van onze Werkgroep Heemkunde Sint-Kruis, schreef in 2003 samen met Kurt Ravyts twee boeken over ‘Het Interneringskamp Sint-Kruis’ (I.C.S.K.). Beide boeken vormen deel  IVa en IVb van hun vijfdelige reeks Het Brugse 1940-1945. Daarin worden het wel en wee in dit kamp beschreven, voorzien van tal van bronnen en lijsten en geïllustreerd met tekeningen die tijdens het verblijf van het kamp zijn gemaakt door geïnterneerden. Beide boeken zijn in onze WHSK-bibliotheek te raadplegen onder de nummers 83 en 84. Een interessante artikelenreeks verscheen in Het Brugsch Handelsblad op 5, 12, 19 en 26 december 1997.

Zie ook het artikel over een opstand in het kamp in 1944 op deze website.

◄  Pentekening van de vrouwenafdeling en barakken X3 en gebouw W in 1944. Vooraan het afgeschermde toilet.

 

 

 

 

Vanaf juni 1948 evolueerde het kamp naar een ziekenkamp omdat het aantal geïnterneerden sterk was afgenomen. De barakken werden ziekenzalen voor geopereerde geïnterneerden. Aalmoezenier pater Monald van Zevenkerken bouwde er een Sociale Dienst, Recreatieve Comités en een volwaardige bibliotheek uit. Op 31 december 1950 verbleven in het kamp nog 180 gevangenen en in maart 1951 slechts vijfentwintig met liefst tachtig bewakers.

 

7. Marinekazerne (1952- 2005)

Op 1 april 1951 werd de strafinrichting ontbonden en overgedragen aan het Belgische Ministerie van Landsverdediging. Het Opleidingscentrum van de Belgische Zeemacht kreeg er vanaf 10 september 1952 zijn bestemming. In 1952 werden de iconische toegangspoort met wachthokjes en het bakstenen hoge hoofdgebouw er neergezet. Tussen juni 1952 en december 1960 werd er duchtig gebouwd. Dat gebeurde opnieuw tussen 1962 en 1981. Een van de redenen was het voorzien van een blok voor vrouwelijke miliciens (de ‘damars’) vanaf oktober 1975.

▲ De gloednieuwe marinekazerne in opbouw langs de betonnen Brieversweg (1952, WHSK-foto A1512). Let op de van prikkeldraad voorziene betonnen muur en op de toenmalige toegangspoort links op de foto. De twee foto’s met mariniers dateert van circa 1960. Miliciens arriveren per fiets. (WHSK-collectie foto’s A1513 en A1514)

▲ Op het centrale paradeplein staat een scheepsmast en een kanon. (WHSK-collectie ‘losse foto’s nr. 166')

 ▲Alleen al omwille van de telefooncel een iconische foto van de kazerne eind vorige eeuw.  (foto WHSK ‘losse foto 165’).

 

 

 

 

 

◄ De foto links toont de actuele situatie (januari 2024).

Kazerne Ltz Billiet is genoemd naar een in 1942  tijdens een zeeslag vermiste Luitenant Ter Zee, Victor Billet. Hij richtte de Belgische sector van de Royal Navy op. Iedereen sprak echter over de ‘marinekazerne’, ‘de marinen’ of ‘de zeemacht’.  

De militaire zone op een luchtfoto, genomen vanop de in aanbouw zijnde watertoren door Jean Van Nieuwenhuyze in de winter van 1961. De witte villa centraal op de foto is zijn woning langs het stukje Leopold Debruynestraat waarlangs vandaag de achterkant van de Delhaize en de huidige ingang van de kazerne liggen. Linksboven vallen de gebouwen van de marinekazerne op, nog zonder zendmast. Rechts ligt het  waterzieke soldatenveld dat zich uitstrekte tot aan de Doornhut. Er waren nog geen parkings of warenhuizen.

◄ Soms laat een marinier sporen van zijn marinetijd of liefde voor de kazerne na op youtube. Het filmpje ‘Marine Kazerne Sint-Kruis’ (duur 5') is een statische filmmontage van een ceremonie op de binnenkoer van de kazerne op 9 september 2011. We horen o.a. het muziekkorps in actie.

Het filmpje ‘ZM-FN Sint-Kruis 1966’ (duur 3’12”)  is een fotocollage van poserende mariniers en enkele actiefoto’s van manoeuvers op de “champs de tir”, wellicht gemaakt door een franstalige milicien. De montage toont enkele iconografisch gezien interessante zichten op de oude barakken en op het oefenveld langs de Maalse Steenweg nog voor de warenhuizen en parkings er kwamen.

 

Later kreeg de kazerne ook een ingang voor leveringen op het einde van de Leopold Debruynestraat, nu hoofdingang. Eigenlijk liep die straat in de 18de eeuw door het domein tot aan kasteel Puienbroek en is dus gesupprimeerd door het soldatenveld. Vandaag zijn de militaire zendmast en de watertoren er vlakbij landmerken voor wie zich bv. vanop een toren wil oriënteren in het Brugse ommeland. 

Het soldatenveld langs de Maalse Steenweg werd nog steeds gehuurd aan het OCMW. Toen het leger dat terrein niet meer echt nodig had, begon in de jaren 1970 de kilometerlange verkaveling voor grootwarenhuizen en parkingruimtes, waarvan meubelzaak Dumpi en de ‘Grand Bazar’ bij de eersten waren. Het Centrum voor Brandbestrijding dat toen oefende op de zandvlakte verhuisde in 1971 naar Ryckevelde, waar het nog steeds actief is.

8. Militaire koksschool (2005-2025)

Sinds 2005 krijgen militaire koks uit Nederland en België in modernere gebouwen hun opleiding aan de ‘Belgisch/Nederlandse Commissariaat School'. Ze worden daarna ingezet in de kazernes van de Nederlandse en Belgische Land- en Zeemacht. Hun kazerne is recenter gebouwd. Vanaf 2025 zou de militaire school wegens een rationalisatie en reorganisatie geleidelijk verhuizen naar Oostende en Zeebrugge, Dat maakte Defensie bekend op 25 oktober 2021. Defensie zal het enorme domein dus verkopen. Het ziet ernaar uit dat dat later dan 2025 zal zijn.

9. Wat daarna?

Brugge is geïnteresseerd om dat enorme gebied te verwerven en er meerdere bestemmingen aan te geven, zoals een residentiële en sociale verkaveling, een groen- en recreatiezone. 

Zie daarvoor het bericht van de Zeeuwse krant PZC op 25 oktober 2021 en de website van Brugge.